Vraag: De pastor van mijn vriend zegt dat de aartsengel Michaël dezelfde geestespersoonlijkheid is als Jezus Christus. Zegt de Bijbel er eigenlijk iets over of Michaël en Jezus één en dezelfde zijn?

Antwoord: Sommigen geloven dat Judas 9 het bewijs is dat Jezus Christus en de aartsengel Michaël hetzelfde wezen zijn. Hun redenering is dat de term ‘aartsengel’, van het Griekse archangelos, enkelvoudig is, en dus moet verwijzen naar het bestaan van één opperste aartsengel. Vervolgens verbinden zij dit vers met 1 Thessalonicenzen 4:16 – het enige andere nieuwtestamentische vers waar het woord gebruikt wordt – waarin staat: “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel ….”

De – onterechte – veronderstelling is dat de terugkerende Christus daarom dezelfde geestespersoonlijkheid moet zijn als de aartsengel Michaël.

Een aartsengel beschrijven als “met de stem van een aartsengel” heeft natuurlijk evenveel zin als het beschrijven van een menselijke man die ‘met de stem van een man’ zingt. Het is veel logischer dat Paulus verwijst naar drie verschillende geluiden – Christus die terugkeert met een triomfantelijk geroep, de stem van een aartsengel die Zijn komst aankondigt, en de bazuin van God die om de aandacht van de mensheid roept. Zo kunnen we Paulus’ woorden in 1 Thessalonicenzen 4:16 het beste begrijpen.

ZIJN ENGELEN

Een ander foutief argument veronderstelt dat, aangezien Openbaring 12:7 Michaël en een leger van “zijn engelen” beschrijft die Satan “de draak” bestrijden, Michaël het unieke hoofd van dat leger moet zijn en daarom dezelfde persoonlijkheid moet zijn als Jezus Christus, die elders in de Bijbel wordt beschreven als de bevelhebber van machtige engelen (Mattheüs 13:41).

Ook dit is een foutieve veronderstelling. Elk leger heeft rangen en eskaders, zodat een sergeant en een generaal allebei een groep soldaten ‘mijn mannen’ kunnen noemen. Dat Michaël ‘zijn engelen’ heeft sluit niet uit dat Michaël zelf een engel is onder Jezus Christus. Denk ook aan de context van Michaëls oorlog. De Bijbel beschrijft Michaël als vechtend tegen de draak en zijn engelen. Het is duidelijk dat, hoewel Satan ‘zijn engelen’ heeft, hij niet Jezus Christus is, en hetzelfde geldt voor Michaël. Satan was ooit een heerser over de engelen, een die volmaakt was in zijn doen en laten (Ezechiël 28:14-16). Zijn bestaan als de lichtdragende ‘Lucifer’ of ‘morgenster’ – ster is weer een andere term voor engel (dat ‘boodschapper’ betekent in het Hebreeuws) – plaatste hem in een positie niet minder dan die van een machtige aartsengel of ‘overdekkende cherub’.

De Bijbel maakt duidelijk dat geen enkele engel meer is dan een dienaar. Engelen moeten niet aanbeden worden (Kolossenzen 2:18; Openbaring 22:8-9) en zijn beperkt in hun functie. Als Michaël en Christus hetzelfde wezen waren, zouden we niet de sterk verschillende manieren zien waarop zij Satan behandelden. Merk op dat Michaël Satan in Judas 9 niet berispte – in scherp contrast met Christus’ scherpe berisping van Satan in Lukas 4:8.

Merk ook op dat Judas Jezus Christus rechtstreeks noemt in de verzen 1, 4, 17 en 21 van zijn brief. Op geen enkele manier verbindt hij zijn vermelding van Michaël in vers 9 met een verwijzing naar Jezus Christus. Hij behandelt ze als twee verschillende wezens – wat ze inderdaad zijn.

DIE ROTS WAS CHRISTUS

Dus, waar was Jezus Christus voordat Hij als mens naar de aarde kwam? De Bijbel legt uit dat het Woord – de Logos – God was, en van eeuwigheid af bij God de Vader was (Johannes 1:1). Het Woord was geen geschapen engel. Het was inderdaad het Woord – niet God de Vader – met wie de oude Israëlieten omgingen, want “… zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus” (1 Korinthe 10:4). Jezus Christus vertelde Zijn mede-Joden heel direct dat zij God de Vader nooit hadden gekend – alleen Hijzelf had Hem gekend, en Hij was het die de Vader aan hen openbaarde (Johannes 1:18; 17:25).

Geen enkele geschapen engel kon een geschikt offer zijn voor de zonden van de mensheid; alleen de goddelijke, eeuwige Logos, de volmaakte en volledig vleesgeworden Zoon van God kon die rol vervullen – en dat goddelijke Wezen had altijd al bestaan en had geen schepper. De Schrift openbaart duidelijk dat Michaël de aartsengel een geschapen wezen is dat onder Christus dient.