In Zijn Bergrede definieerde Jezus Christus het ware Christendom. Hij wees opbepaalde karakteristieken die Zijn ware volgelingen zouden identificeren. Hij zei dat een echte Christen zou hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid (Matteüs 5:6).Deze rechtvaardigheid is gedefinieerd als het houden van Gods geboden (Psalm 119:172).
Iemand die hongert en dorst naar rechtvaardigheid is diep gemotiveerd om Gods wetten, die Hij ons gaf uit liefdevolle zorg voor ons eigen welzijn, te houden. Diegenen die werkelijk hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid zullen Gods Woord bestuderen voor het ware begrip. Zij zullen bereid zijn te veranderenwanneer zij zien dat zij op een bepaald punt dwaalden - en hun verkeerde geloof, fouten en zonden toegeven.
De Apostel Paulus verklaarde dat de daders van Gods Wet - niet degenen die slechts horen - gerechtvaardigd worden bij God (Romeinen 2:13). Paulus liet zien dat geloof in Christus' offer onverdiende vergeving van zonde geeft, door Gods genade, en dat degenen die Zijn genade ontvangen Zijn geboden zullen houden (Romeinen 3:31) door Christus die in hen is (6:1-23).
Jezus zei dat niet allen die Hem zullen erkennen als "Heer" het Koninkrijk van God zullen binnengaan, maar alleen zij die de wil van Zijn Vader doen (Matteüs 7:21). Paulus zei dat gehoorzaamheid aan God van het allerhoogste belang is (1 Korintiërs 7:19).
Om Gods Koninkrijk binnen te gaan is het vereist om te doen - niet slechts te zeggen dat Christus onze Verlosser is. God is ook geinteresseerd in onze geestelijke "werken" na de doop. Christus heeft het niet "allemaal voor ons gedaan", zoals zo vele Christenen valselijk aannemen.
We moeten begrijpen dat we door geen enkele hoeveelheid gehoorzaamheid aan de geboden het eeuwig leven in Gods Koninkrijk kunnen "verdienen". Dit is eenvrije gift van God. Maar Degene die ons gemaakt heeft, heeft het recht om bepaaldevoorwaarden te stellen (Matteüs 19:16-20; Handelingen 2:38; 5:32) voor het ontvangen van die voortreffelijke gave. God wil zien of we ons hele leven bereid zijn ons aan zijn voorwaarden te houden. Hij wil geen opstandelingen in Zijn familie!
Een echte Christen streeft ernaar Christus te volgen door Zijn voorbeeld na te leven en met Hem te wandelen (1 Petrus 2:21; 1 Johannes 2:5-6). "Wandelen met God" betekent: "Zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor zijn aangezicht" (1 Johannes 3:22).
Maar kijk hoe Johannes de persoon noemt die beweert Christus "te kennen", maar niet in Zijn wegen wandelt - die weigert Zijn geboden te houden. "Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet" (1 Johannes 2:4). De echte Christen zal zich houden aan Gods geboden!
Ware Christenen behoren voorbeelden te zijn voor diegenen die ze ontmoeten (Matteüs 5:14-16). Mannen en vrouwen van God, die Zijn Heilige Geest hebben ontvangen en Gods waarheid en overvloedige manier van leven kennen, hebben een verantwoordelijkheid om een "licht" in de wereld te zijn. Gods mensen zullen zichtbaar de "vrucht" - de eigenschappen - van Gods Heilige Geest dragen in hun dagelijks leven (Galaten 5:22-23).
Een ware Christen is overwonnen door God. Zijn vleselijke, vijandige houding tegenover God (Romeinen 8:6-8) is gebroken. Hij heeft zich gerealiseerd dat hijgezondigd heeft tegen God door Zijn heilige wet te overtreden (1 Johannes 3:4). Hij heeft uitgeroepen tot God en gevraagd om Zijn vergeving voor die zonden door het offer van Christus, en voor het opheffen van de doodstraf die op iedere zonde staat (Romeinen 6:23). Vervolgens heeft hij het gebod om gedoopt te worden gehoorzaamd (Handelingen 2:38). Daarmee heeft hij zijn verlangen om de rest van zijn leven bij ieder woord van God te leven aan God kenbaar gemaakt.
Als gevolg van zijn bekering, doop en de handoplegging door een van Gods ware dienaren (Handelingen 8:17; 19:6) heeft hij de Geest van de Vader ontvangen en is een Geestelijk verwekt kind van God geworden. Iemand die Gods Heilige Geest niet ontvangen heeft is geen ware Christen (Romeinen 8:9-10; Galaten 2:20).
Een ware Christen streeft ernaar, met de hulp van Gods Heilige Geest, te leven naar de leringen van zijn Verlosser. Hij zoekt Gods wil in ieder aspect van zijn leven en ervaart de blijdschap en zegeningen als gevolg van het gehoorzamen aan onze Schepper!