Jezus Christus schafte de Tien Geboden niet af; Hij breidde ze uit!
Helaas, zelfs velen die zichzelf christenen noemen geloven dat Jezus’ “nieuw[e] gebod” de Tien Geboden vervangt, die Hij heeft gehouden en onderwezen gedurende Zijn bediening. Als we Jezus’ onderwijs echter onderzoeken, zullen we begrijpen hoe de vork in de steel zit.
Het is van vitaal belang op te merken dat Jezus in Zijn Bergrede Zijn volgelingen heel duidelijk vertelde dat de Tien Geboden nog steeds gelden: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is” (Mattheüs 5:17-18).
Wat bedoelde Jezus toen Hij zei dat Hij kwam om de wet “te vervullen”? Betekent “vervullen”, buiten werking stellen? Nee! Jezus’ nieuwe gebod maakte de wet volledig door een geestelijke uitbreiding te openbaren die Zijn discipelen niet eerder bekend was. Merk op dat in de volgende verzen Jezus de geestelijke bedoeling uitlegde van Gods geboden. Moord is een zonde, maar haat is de geest van moord, en is ook een zonde. Overspel is een zonde, maar ook lust – het verlangen overspel te plegen (Mattheüs 5:20-28). We kunnen dus zien dat Jezus de Tien Geboden niet afschafte; Hij bevestigde ze als een wezenlijk onderdeel van het Christendom. En het is inderdaad zoals Hij ons zei: “Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht” (Mattheüs 19:17).
Toen Jezus het gebod gaf “dat u elkaar liefhebt”, gaf Hij toen een nieuw gebod? Velen zijn verbaasd om te ontdekken dat het gebod “uw naaste liefhebben als uzelf ” uit het Oude Testament komt (Leviticus 19:18).
Wat was er dan nieuw aan Jezus’ opdracht om elkaar lief te hebben? Merk op dat nadat Christus de discipelen had verteld om elkaar lief te hebben, Hij een nieuwe dimensie benadrukte – zij moesten elkaar liefhebben, “zoals Ik u liefgehad heb” (Johannes 13:34).
Wat maakte Jezus’ liefde anders? De bron van de liefde van Jezus was de heilige Geest (Romeinen 5:5), waarvan Christus beloofde dat Deze aan de discipelen zou worden gegeven na Zijn dood en opstanding (Johannes 14:16-17). Diezelfde nacht beval Jezus Zijn discipelen “in Mijn liefde [te] blijven” (Johannes 15:10). De goddelijke liefde van God zou spoedig in hen zijn om hun te helpen het voorbeeld van Christus te volgen. Totdat Christus de gave van de heilige Geest aanbood, konden de discipelen elkaar alleen liefhebben met menselijke liefde. Met de heilige Geest kunnen Christenen elkaar liefhebben met de liefde van God Zelf. Door deze liefde kunnen ware Christenen worden herkend. “Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:35).
Tijdens Zijn leven op aarde liet Jezus Christus zien hoe Gods liefde metterdaad werkt. Zelfs op het moment van Zijn overlijden bracht Christus totale liefde voor Zijn vijanden tot uitdrukking toen Hij bad: “… Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen …” (Lukas 23:34). Slechts kort voordat Hij Zijn “nieuw[e] gebod” uitsprak – tijdens Zijn laatste Paschamaaltijd vóór Zijn kruisiging – had Christus de voetwassingceremonie, die Christenen eraan herinnert een leven van nederigheid, dienstbaarheid en liefde te leiden, ingesteld. Jezus leefde voortdurend een leven van gehoorzaamheid aan de geestelijke intentie en bedoeling van Gods wetten. Christus’ liefde, gehoorzaamheid en geloof in Zijn Vader omvatten de eerste vier van de Tien Geboden. Zijn liefde, dienstbaarheid en uitgaande bezorgdheid voor anderen omvatten de laatste zes van de Tien Geboden.
Inderdaad, zoals de apostel Paulus verklaarde, leidt Gods wet (zoals beschreven in de Tien Geboden) rechtstreeks tot Christus en Zijn liefde (Romeinen 10:4). Voor een ware Christen zijn Gods wet en Zijn liefde niet van elkaar te scheiden!