De ontnuchterende waarheid is dat zonde - het breken van Gods heilige en rechtvaardige wet - daadwerkelijk de mensheid van God afkeert! Sinds Adam en Eva hebben werkelijk alle mensen gezondigd en daarmee Gods heerlijkheid gemist (Romeinen 3:23). De profeet Jesaja schrijft, "Uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort" (Jesaja 59:2; Johannes 9:31; Spreuken 28:9).Hoe kan God ons dan verhoren? Let op het antwoord van de profeet Jesaja:
"Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen - en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig"
(Jesaja 55:6-7).
Om gebedsverhoring te krijgen moet men God zoeken door zich van de zonde af te keren. Zonde is het overtreden van Gods geestelijke wetten: De Tien Geboden(1 Johannes 3:4). Omdat de vleselijke geest niet onderworpen is aan Gods heilige en rechtvaardige wetten ervaren Christenen vaak een inwendige strijd (Romeinen 8:7). De Apostel Paulus beschrijft deze strijd door uit te roepen "Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?" (Romeinen 7:24). Het antwoord is:"door Jezus Christus, onze Here! " (vers 25).
Wanneer we ons bekeren maken we een 180 graden ommekeer en richten ons naar God. Met berouw komt een afkeer van zonde en een hartgrondige verandering van geest. Door Gods genade zien berouwvolle personen hun hulpeloosheid en de onvermijdelijke noodzaak van het geloof en vertrouwen in Jezus Christus. Dat geloof in Christus en Zijn vergoten bloed reinigt het geweten van dode werken (Hebreeën 9:11-14) en maakt direct contact met de Vader mogelijk.
"Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water" (Hebreeën 10:19-22).
Ware bekering betekent volledig overgave aan Jezus Christus - bekering van gedachten zowel als daden! Men dient Jezus Christus waarlijk te accepteren als persoonlijke Verlosser, Heer, Meester en spoedig komende Koning. Men dient Zijn wil, niet de eigen, prioriteit te geven in zijn leven. Men dient Zijn wegen en gedachten te zoeken en anderen te dienen boven "het dienen" van de eigen persoon.
God verhoort wel degelijk de gebeden van hen die Hem waarlijk zoeken, zichbekeren van hun zonden en zich tot Hem wenden! Diegenen die opstandig blijven, God negeren en nooit daadwerkelijk veranderen zullen simpelweg niet verhoord worden! Hun zonden zijn een barrière en snijden hen af van God. Maar een echt berouwvolle houding zal God bewegen om te luisteren (Psalm 34:18). God stelt "op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft" (Jesaja 66:2). Als we in nederigheid van geest en berouw "tot God naderen", zal Hij tot ons naderen (Jakobus 4:7-8). Wonderen van goddelijk ingrijpen zullen plaatsvinden. We zullen antwoord krijgen op onze gebeden. Waarom? Let op het geïnspireerde antwoord: "en ontvangen wij van Hem al wat wij bidden, daar wij zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor Zijn aangezicht" (1 Johannes 3:22).
Zondigen Christenen nog steeds - zelfs ná bekering? Ja! "Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet" (1 Johannes 1:8). God kijkt echter naar het hart om de drijfveer te zien. Vóór de bekering is het hart verhard in misleiding en opstand tegen God. Na de bekering zondigen de meeste Christenen uit zwakte of onachtzaamheid. De gevoeligheid voor zonde en het uit zonde voortvloeiende schuldgevoel bewegen de groeiende Christen echter om tot God te roepen om vergeving en kracht om te overwinnen. Veel schriftgedeelten verklaren dat bekering een groeiproces is - dat we moeten groeien in genade en kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus" (2 Petrus 3:18).
Maar snijdt het zondigen na bekering ons af van God zoals tevoren? Elke zonde die niet beleden is belemmert de beantwoording van onze gebeden (1 Petrus 3:7). Echter, "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid" (1 Johannes 1:9).
Wanneer we ons bekeren van zonde en ons overgeven aan God kunnen en zullen onze gebeden verhoord worden!