Vraag: Kan het acceptabel zijn om informatie in te winnen van ‘helderzienden’, zoals paragnosten, mediums of waarzeggers? Veel mensen schijnen veel hulp en bemoediging uit dergelijke informatie te ontvangen. Wat zegt de Bijbel hierover?
Antwoord: Toen zij op het punt stonden het Beloofde Land binnen te gaan waarschuwde God de Israëlieten om de gruwelen van de volken die Hij voor hen verdreef, niet te volgen (Deuteronomium 18:9). God verafschuwde die volken omdat deze "… luisteren naar wolkenduiders [‘wichelaars’, SV] en waarzeggers…" (v. 14). Hij verbood de Israëlieten uitdrukkelijk zich in te laten met de gruwelen van die volken ̶ met inbegrip van afgoderij, mensenoffers, toverij, waarzeggerij, interpretatie van voortekens, hekserij, bezweringen, gebruik van mediums, spiritisme en het oproepen van de doden. (vv. 10-12) De Bijbel maakt dus onmiskenbaar duidelijk dat dergelijke praktijken niet toegestaan zijn voor degenen die ernaar streven God te gehoorzamen.
Sommige misleiders kunnen zich voordoen als ‘christen’ of ‘heilig’ of ‘goedbedoelend’. Maar weet wel dat de dienaren van Satan zich rechtvaardig voordoen. De apostel Paulus schreef toen hij valse apostelen beschreef: “… want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn naar hun werken” (2 Korintiërs 11:14-15).
Jezus zelf waarschuwde: “En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden” (Mattheüs 24:11). Het is belangrijk zich te realiseren dat degenen die zich ‘mediums’ of ‘profeten’ noemen in feite misleid zijn ̶ of weloverwogen misleiders zijn. God waarschuwt: “Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn, want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan” (1 Johannes 4:1).
Een voorbeeld van een valse profeet is de tovenaar Simon Magus die velen in een Samaritaanse stad misleidde door hen te laten denken dat hij "… de grote kracht van God …" was (Handelingen 8:9-11). Toen Filippus het ware Evangelie van Jezus Christus kwam prediken, vergezeld van tekenen en wonderen, die door Gods heilige Geest werden gegeven (vv. 8:5-8, 12), wilde Simon deze macht kopen, maar Petrus berispte hem (v. 20). Petrus zei toen: “Bekeer u dan van deze slechtheid van u en bid God of deze gedachte van u misschien vergeven wordt. Want ik zie dat u zo bitter als gal bent en een kluwen ongerechtigheid” (Handelingen 8-22-23). Simon Magus had een geest van rebellie en bitterheid. Zijn macht kwam niet van God, maar van het uitoefenen van toverij. In tegenstelling daarmee onderwezen Filippus en Petrus de waarheid en gehoorzaamheid aan Gods woord, ondersteund door de overduidelijke kracht van Gods heilige Geest. Na het zien van dit contrast werden veel mensen bevrijd van Simons misleiding en ontvingen echte hulp die leidde naar het begin van hun behoud.
Tijdens de nieuwtestamentische tijd was een groot deel van de ‘beschaafde’ wereld gedompeld in afgoderij, demonisme en occultisme (Handelingen 17:16; 19:18-20). Wij lezen over een slavenmeisje dat bezeten was door een geest van waarzegging die haar meesters veel winst bracht door de toekomst te voorspellen (Handelingen 16:16-18). Paulus gebood de boze geest uit haar te komen nadat hij door deze lastiggevallen was en de boze geest gehoorzaamde. Een ware christen moet nooit hulp zoeken bij spiritistische of paranormale bronnen, aangezien Satan en zijn demonen, direct of indirect, achter al dergelijke activiteit zitten. Let op de waarschuwing van Jesaja: “Wanneer zij dan tegen u zeggen: Raadpleeg de geesten van doden, en waarzeggers met hun gelispel en geprevel ̶ zeg dan: Moet een volk zijn God niet raadplegen? Moet men voor de levenden de doden raadplegen? Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn” (Jesaja 8:19-20).
Christenen moeten op hun hoede zijn voor alle vormen van toverij en spiritisme. God waarschuwt dat tovenaars verbrand zullen worden in de poel van vuur (Openbaring 21:8). In tegenstelling tot degenen die God zoeken en geloven en gehoorzamen wat Hij zegt, die zullen altijd geleid worden door de waarheid. Zoals Jezus Christus bad tot de Vader: “Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid” (Johannes 17:17).