Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “Churchill: A Lifetime of Leadership” van John Meakin, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van juli-augustus 2015.
“Wij zijn allemaal wormen, maar ik geloof wel dat ik een glimworm ben.”
– Winston Churchill tegen lady Violet Asquith, 1906
Tijdens Churchills lange en strijdlustige politieke carrière concludeerden velen dat zijn karakter en leiderschap eenvoudig niet voldeden aan de vereisten van het hoogste politieke ambt. Niettemin glom Churchill als eerste minister tijdens de Tweede Wereldoorlog zo helder dat historici hem toeschrijven het Verenigd Koninkrijk te hebben gered van wat een schandelijke nederlaag zou zijn geweest.
Bij de 50e verjaardag van zijn dood en de 70e verjaardag van VE Day [Dag van de overwinning in Europa], stellen we de vraag welke lessen wij kunnen leren van het leven van deze opmerkelijke man.
Geboren om te leiden?
Winston Churchill werd in 1874 geboren in een aristocratische Engelse familie die bekend was geworden door de daden van zijn voorvader John Churchill, de eerste hertog van Marlborough, die in de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) de Engelse legers tegen de Fransen naar succes leidde. Volgende generaties van de familie waren echter bij lange na niet zo befaamd. Zijn vader, lord Randolph Churchill, een jongere broer van de achtste hertog van Marlborough, trouwde met de Amerikaanse high society dame en erfgename Jennie Jerome, waardoor Winston half Amerikaans was.
Randolph was een conservatieve politicus wiens grote ambitie het was eerste minister te worden. Hij was een uitstekende spreker die het bracht tot minister voor India en minister van Financiën. Maar zijn carrière mislukte en zijn leven werd bekort door ziekte; hij stierf in 1895 op 43-jarige leeftijd. Winston verafgoodde zijn vader en zag het als zijn eigen toekomstige levenstaak diens potentieel te vervullen; ook hij zou parlementslid worden.
Winston was zeer intelligent, maar had geen zelfdiscipline en gedroeg zich niet goed op school. Maar zij die hem hadden ontmoet zeiden dat Winston reeds als schooljongen ongewone kwaliteiten bezat, met genialiteit en het vermogen hard te werken en met een snelheid die hem ver voerde in de richting die hij wilde gaan.
De jonge Winston had in het bijzonder een sterk besef van zijn persoonlijke bestemming. Zelfs als tiener had hij de buitengewone intuïtie dat hij op zekere dag aan het hoofd van de verdediging van Londen zou staan en dat hij Londen, de natie en het Britse rijk zou redden (In Search of Churchill [Op zoek naar Churchill], Martin Gilbert, p. 215). De meeste mensen zullen het er niet mee oneens zijn dat hij menselijk gesproken de redder van zijn land is geworden, precies zoals hij had voorzien. Churchill zag zichzelf als “een man met een bestemming, door de Voorzienigheid voorbestemd om een heroïsche rol te spelen op het toneel van de geschiedenis” (Churchill, the Unexpected Hero [Churchill, de onverwachte held] Paul Addison, p. 3).
Van slagveld tot stembus
Vanaf zijn jeugd wist Winston dat hij bij het leger wilde nadat hij zijn opleiding had voltooid. Hij ging bij de cavalerie met het nadrukkelijke doel in actie te komen, medailles te veroveren en zich zo algemeen mogelijk bekend te maken alvorens een politieke carrière in het parlement na te streven.
Zijn strategie was in Britse kranten en in boeken over zijn wapenfeiten te schrijven, waarmee hij niet alleen geld zou verdienen, maar gaandeweg ook een reputatie. Hij was ook voortdurend bezig met zelfonderricht en las gretig over historische en politieke onderwerpen om zich voor te bereiden op zijn gewenste toekomst. Later in zijn leven grapte hij dat “de geschiedenis vriendelijk voor mij zal zijn, want ik ben van plan deze te schrijven”.
Eenmaal beroemd nam hij deel aan veldslagen in Cuba, India, Egypte, Soedan en Zuid-Afrika alvorens in 1900 het leger te verlaten om aan zijn politieke carrière te werken door overal lezingen te geven over zijn militaire ervaringen en over de boeken die hij daarover had geschreven. Tegen die tijd was hij financieel onafhankelijk geworden en zo algemeen bekend – zijn biograaf Robert Massie noemt hem “de beroemdste jongeman in Engeland” – dat hij in staat was op de jonge leeftijd van 26 als conservatief parlementslid te worden gekozen.
Gedreven om te slagen
Er wordt gezegd dat Churchills politieke carrière de ups en downs kende van het bordspel voor kinderen Slangen en ladders. Eerst gekozen als conservatief, stapte hij in 1904 over naar de Liberal Party. Als tegenstander van het socialisme hielp hij niettemin de eerste werkloosheidsuitkeringswet te ontwerpen en drong hij aan op begrotingshervormingen die tot aanzienlijke belastingverhogingen voor de rijke Britten zouden hebben geleid, teneinde nieuwe en uitgebreide sociale programma’s te financieren.
De Eerste Wereldoorlog met zijn verschrikkingen van mosterdgas en loopgraven maakte een generatie Britten huiverig voor militaire verwikkelingen. Maar Churchill zag het belang van de blijvende militaire sterkte van Groot-Brittannië. Toen hij in 1924 terugkeerde naar de conservatieve partij diende hij onder premier Stanley Baldwin als minister van Financiën tot de val van Baldwins regering ten gunste van Labour, geleid door Ramsay MacDonald.
Toen begonnen Churchills wildernisjaren. Na het grootste deel van de voorgaande 20 jaar te hebben doorgebracht op de een of andere sleutelpositie in de regering, doorstond Churchill de volgende tien jaar nagenoeg in ballingschap onder zijn meer populaire politieke collega’s. Weinigen wilden zijn boodschap horen dat er voor Groot-Brittannië gevaar dreigde als het niet weer een sterk leger opbouwde. Weinigen namen zijn waarschuwingen serieus over de groeiende dreiging van een herrijzend Duitsland, dat zich opwond over de beperkingen van het Verdrag van Versailles.
Een keerpunt
Toen Duitsland in september 1939 Polen binnenviel, verklaarde Groot-Brittannië Duitsland de oorlog. Premier Neville Chamberlain, die niet lang daarvoor vrede in onze tijd had geproclameerd en zijn overeenkomst met Adolf Hitler had verdedigd, had niet het vertrouwen van het Britse volk. Dus wie moest Groot-Brittannië leiden?
Koning George VI, wiens taak het was een nieuwe premier te benoemen, raadpleegde de belangrijkste Britse leiders, en daarbij kwam telkens slechts één naam naar voren als bij uitstek geschikt om Groot-Brittannië in zijn tijd van crisis en oorlog te leiden: Winston Churchill.
Terugkijkend is het vandaag gemakkelijk de Britse overwinning in de Tweede Wereldoorlog als vanzelfsprekend te zien. Maar die overwinning was in de donkere dagen van 1940 beslist niet zeker. John Lukacs, de vooraanstaande Amerikaanse historicus, wijdde zijn meesterwerk Five Days in London: May 1940 [Vijf dagen in Londen: mei 1940], aan wat hij zag als het cruciale moment gedurende de oorlog: de laatste week van mei 1940.
In die tijd stond Frankrijk op het punt te vallen, Amerika en Rusland hadden zich nog niet in de oorlog gemengd en de nazitroepen rukten op naar het Kanaal, waardoor het hele Britse leger in het noorden van Frankrijk in onmiddellijk gevaar kwam te worden verpletterd. Lord Halifax [minister van Buitenlandse Zaken] en de Britse premier Neville Chamberlain, voorstanders van verzoening in het Britse kabinet, drongen er bij Churchill op aan Hitler om de voorwaarden voor overgave te vragen. Een Duitse invasie in Engeland dreigde en Groot-Brittannië stond alleen – alles leek verloren. Lukacs vat samen: “gedurende die vijf dagen in Londen was het gevaar, niet alleen voor Groot-Brittannië maar voor de wereld, groter en ernstiger dan de meeste mensen ook nu nog denken” (p. xiii).
En op de brede schouders van één man rustte de beslissing die alleen hij kon nemen. Zou Groot-Brittannië de handdoek in de ring gooien, of standhouden en strijden, wat er ook van mocht komen? Het was absoluut een bepalend ogenblik … een keerpunt … dat de wereldgeschiedenis kon hebben veranderd. Hitler zou nooit dichter bij de overwinning komen dan op dat beslissende moment.
Overgave ondenkbaar!
Het was 28 mei, de vooravond van de evacuatie uit Duinkerken, en Churchills antwoord aan het kabinet – 25 sombere mannen rond de tafel – was ondubbelzinnig. “Natuurlijk, wat er ook gebeurt bij Duinkerken, we vechten door! … Wij zullen doorgaan en wij zullen het uitvechten, hier of elders, en als de lange geschiedenis van dit eiland van ons tenslotte moet eindigen, laat het dan alleen eindigen als ieder van ons op de grond in zijn eigen bloed ligt te stikken” (Lukacs, pp. 2-5).
Churchills woorden gingen als een elektrische schok door het parlement en de natie. Want dit was niet de vastberadenheid van één man alleen – het was ook overduidelijk de wil van het parlement en het volk. En daarna volgden snel achter elkaar zijn beroemde toespraken die bevestigden dat Groot-Brittannië zou blijven strijden en zich nooit ofte nimmer zou overgeven. En het is zoals de Amerikaanse radiojournalist Edward Murrow het zei: “Churchill mobiliseerde de Engelse taal en stuurde haar de strijd in.” Ze ging nauw vergezeld van Churchills begrip van de geschiedenis … van Groot-Brittannië, het Britse Rijk en Amerika en hun heersende waarden dat het alleszins waard maakte om voor te strijden.
De oorlog werd toen echter niet gewonnen! Groot-Brittannië kon niet overwinnen zonder de steun van Rusland en Amerika, die nog moest komen; maar, en dat is belangrijk, “Churchill was degene die hem niet verloor. Toen en daar redde hij Groot-Brittannië en Europa en de westerse beschaving” (Lukacs, p. 2). Hij kocht tijd, de gelegenheid om verder te strijden en te zegevieren. En vandaag kunnen wij eeuwig dankbaar zijn voor Churchill en een zwaarbevochten overwinning door de geallieerden: Groot-Brittannië, Amerika en het Britse Rijk, naast elkaar optrekkend als broeders. Wij zijn hier vandaag louter vanwege die enorme overwinning.
WAS GOD OP EEN OF ANDERE MANIER BEZIG CHURCHILL VOOR TE BEREIDEN VOOR HET UUR VAN HET NOODLOT? ZIJN SUCCES LIJKT DAAR INDERDAAD OP TE WIJZEN.
De wil van God
Churchill was niet godsdienstig, en hij beweerde ook niet christen te zijn. “King and Country” [Koning en land] waren voor hem wat het dichtst bij religie kwam, en het parlement was waar hij het meeste aan verering deed. Toch had hij een helder besef van goddelijke leiding en de heerschappij van de wet, zoals blijkt toen hij op 26 december 1941 sprak voor een gemeenschappelijke zitting van het Amerikaanse Congres, waarbij hij zijn bekende uitspraak deed dat “er hier beneden een groots doel en plan worden verwezenlijkt waarvan wij de eer hebben getrouwe dienaren te zijn”.
Let op de woorden die Lukacs gebruikt om Churchills uiteindelijke triomf te beschrijven: “[Hij] slaagde wegens zijn vastbeslotenheid en – sta mij toe dit te zeggen – wegens Gods wil, waarvan hij, net als iedere mens, slechts een instrument was. Hij was zeker geen heilige, hij was geen religieus mens, en hij had vele gebreken. Maar zo gebeurde het” (p. 218). Was God op een of andere manier bezig Churchill voor te bereiden voor het uur van het noodlot? Zijn succes lijkt daar inderdaad op te wijzen.
Churchills reputatie was gedurende zijn hele leven controversieel. Hij was duidelijk zeer intelligent, met flitsen van pure genialiteit, en hij was diep gemotiveerd te slagen, met een krachtig ego. Hij bezat een uitzonderlijke energie, gedrevenheid, geheugen en concentratievermogen, en zijn moed en dapperheid stonden nooit ter discussie. Hij was een hardnekkige individualist, zeer zeker van zichzelf en van zijn opinies, en geschapen om vanaf het front leiding te geven. Hij was een uitstekende en onbevreesde spreker met een intuïtief begrip van problemen en de oplossingen ervan.
Vijf lessen te leren van het succes van Churchill
“Winston Churchill leidde een vol leven, en weinig mensen zullen dit ooit kunnen evenaren ‒ de omvangrijkheid ervan, de afwisseling en het succes op zo vele fronten. Maar ieder kan daarvan leren, in het bijzonder op vijf manieren” schrijft Paul Johnson in zijn boek Churchill.
-
Mik altijd hoog. Leer een goede zin te schrijven. Leer de geschiedenis van uw land goed kennen. Lees veelzijdig belangrijke literaire werken ….
-
Er bestaat geen alternatief voor hard werken. Wissel keihard werken af met vrije tijd om te herstellen en voldoende rust ….
-
Laat nooit fouten, rampen ‒ persoonlijk of nationaal ‒ ongelukken, ziekten, impopulariteit en kritiek u er onder krijgen. Ontwikkel de waarden van moed, vastberadenheid en veerkracht ….
-
Churchill verspilde een buitengewoon klein deel van zijn tijd en emotionele energie aan de hatelijkheden van het leven: anderen beschuldigen of de schuld geven van iets, kwaadwilligheid, uit zijn op wraak, smerige streken, geruchten verspreiden, wrok koesteren, wraakacties uitvoeren. Leer te vergeven, lik je wonden en ga verder. Leer de kunst van verheven grootmoedigheid ….
-
De afwezigheid van haat liet veel ruimte over voor vreugde in Churchill’s leven. Hij hield van grappen. Hij schilderde en zong graag. Hij ontleende zijn kracht aan mensen en gaf het hen met volle maat.
(Uit Churchill, door Paul Johnson, pp. 162-166)
Maar hij kon ook overkomen als buitengewoon opdringerig en arrogant, strevend naar openbaar bewind en macht, opschepperig en oorlogszuchtig. Hij was van nature verwaand, heetgebakerd en eigenwijs. Zelden gaf hij aan anderen iets toe of bood hij zijn excuses aan.
Maar Churchills vrouw Clementine behoorde tot degenen die erkenden wat zij noemde de vervulling van diepere “nobele doelen” die zijn ambitie aandreef. “Hij wilde boven de massa staan, niet uit zelfzuchtigheid of ijdelheid, maar omdat hij geloofde in de grootheid van zijn land en in de universele geldigheid van de principes – bovenal die van individuele vrijheid – die het door de evolutie van zijn lange geschiedenis was gaan vertegenwoordigen” (Churchill, John Keegan, p. 172).
VE Day op 8 mei 1945 betekende het einde van de oorlog in Europa. Churchill had willen doorgaan met de oorlogscoalitie totdat ook Japan zich overgaf, maar de Labourpartij weigerde dat. In de daaruit voortvloeiende algemene verkiezingen behaalde Labour een verpletterende overwinning – een verwerping meer van de waarden van de conservatieve partij dan van Churchill zelf. Na vele jaren van ontbering liet een meerderheid van het land zich overhalen door de overvloed van Labourbeloften van een beter leven voor de toekomst. Voor Churchill bleek dit achteraf een zegen. Hem bleef de foltering bespaard van de confrontatie met de onvermijdelijke ineenschrompeling van Groot-Brittannië als wereldmacht, de pijn rondom de geboorte van Israël en de Koreaanse oorlog. Het gaf hem tijd voor een verminderde werklast met meer macht aan jongere mannen overgelaten.
Churchill kon bovendien veel van zijn aandacht wijden aan schrijven en zou bekend worden door zijn vierdelige History of the English-Speaking Peoples [Geschiedenis van de Engelssprekende volkeren], en door de zes delen van zijn persoonlijke magnum opus, The Second World War [De Tweede Wereldoorlog], die inderdaad hielp zijn jeugdige grootspraak te doen uitkomen dat de geschiedenis vriendelijk voor hem zou zijn, want hij zou haar schrijven.
Lessen voor de toekomst?
In de beoordeling van de Tweede Wereldoorlog eindigt Lukacs met een sombere maar vooruitziende opmerking over de staat van de beschaving. “Op z’n best kan de beschaving overleven, op zin minst voor een klein deel dankzij Churchill in 1940. Op z’n ergst hielp hij ons … 50 jaar te geven. Vijftig jaar voordat de opkomst van nieuwe soorten barbarisme, die niet belichaamd zal worden door de gewapende macht van Duitsers of Russen, voordat de wolken van nieuwe donkere middeleeuwen het leven van onze kinderen en kleinkinderen zullen kunnen verduisteren” (p. 219).
Nu in 2015 is het niet slechts 50, maar 75 jaar sinds Groot-Brittannië’s donkerste uur en de wanhopige Slag om Engeland in de lucht boven Engeland. En de onweerswolken van nieuwe vormen van barbarisme komen nu inderdaad opzetten.
Lukacs’ waarschuwende woorden zijn een echo van wat de Bijbel ons zegt. De wereld zal nog eens door een verschrikkelijke, korte periode van duisternis, oorlog en tirannie moeten gaan die zelfs nog erger is dan de Tweede Wereldoorlog. Wanneer deze tijd komt, zal de wereld een ware Verlosser nodig hebben om haar van de rand van de ondergang te redden – om de weg te verlichten uit de duisternis naar een nieuw en permanent tijdperk van onbeperkte vrede.
Maar dit zal geen nieuwe uitzonderlijke menselijke leider als Churchill zijn. Dit zal de terugkerende almachtige Koning der koningen, Jezus Christus, de Messias Zelf zijn. En Zijn gelaat en karakter schijnen aanzienlijk helderder dan een glimworm; Hij schijnt als de zon (Openbaring 1:13-16)!
In zijn 90 jaar bracht Churchill 55 jaar als lid van het parlement door, 31 jaar als minister en bijna negen jaar als eerste minister. Hij was een prominente figuur in de Eerste Wereldoorlog en een dominante figuur in de Tweede Wereldoorlog. En tijdens zijn actieve leven in openbare dienst publiceerde hij ook nog zo’n 10 miljoen woorden in 40 boeken met inbegrip van zijn oorlogsmemoires, die hem in 1953 de Nobelprijs voor de Literatuur opleverden. Bovendien schilderde hij ruim 500 schilderijen die alom goedkeurende kritieken kregen (zie Johnson, p. 162).
Maar de mensheid heeft veel meer nodig dan dit in de leider die ons van de Derde Wereldoorlog zal redden. Niet alleen zal Jezus Christus terugkeren om de mensheid te behoeden voor zelfvernietiging (Mattheüs 24:21-22), Hij zal Gods Koninkrijk op aarde oprichten waarin de verheerlijkte heiligen, door de genade van God, met Hem zullen regeren vanuit Jeruzalem en rond de wereld (zie Openbaring 11:15-18; 5:10; 20:4).
Wat tegenwoordig weinig mensen beseffen is dat trouwe christenen deel kunnen uitmaken van die glorieuze toekomst! Zij die zich bekeren, de doop en Gods Geest ontvangen, Christus’ offer aanvaarden en Zijn Levenswijze volgen, bereiden zich voor op een toekomstige rol van dienstbaarheid – een rol die ze krijgen, nadat zij in het Koninkrijk van God zijn wedergeboren, niet als louter “glimwormen”, maar als geestelijke wezens die schijnen met de schitterende uitstraling van God en een wereld dienen waarin niemand meer de oorlog zal leren.
Boeken over Churchill
Om meer over deze centrale figuur in de Anglo-Amerikaanse geschiedenis te weten te komen, wilt u misschien een goede biografie van deze man lezen. Voor lezers die van serieuze historische werken houden bevelen we aan:
-
The Last Lion [De laatste leeuw], Volumes 1, 2 en 3, door William Manchester en Paul Reid (1983, 1988, 2010)
-
Churchill, door Paul Johnson (2010)
-
Churchill: Visionary, Statesman, Historian [Churchill: visionair, staatsman, historicus], door John Lukacs (2002)
Een historische historicus
Churchill maakte niet alleen geschiedenis; hij schreef er ook veel over. Tot zijn meest opmerkelijke werken behoren:
-
A History of the English-Speaking Peoples [Een geschiedenis van de Engelssprekende volken], Volumes 1-4 (1956-58)
-
The Second World War [De Tweede Wereldoorlog], Volumes 1-6 (1948-53)
Andere werken kunnen helpen de man en zijn tijd in een breder perspectief te plaatsen. Degenen die meer interesse ontwikkelen, kunnen deze minder bekende werken van Churchill overwegen:
-
Painting As a Pastime [Schilderen als tijdverdrijf] (1948)
-
Thoughts and Adventures [Gedachten en avonturen] (1932)