BRON: Artikel LCN november-december 2013
Beste Broeders en Vrienden,
Ik ben er zeker van dat God vereerd is als wij, dienaren, U allen uitvoerige instructies trachten te geven over huwelijk en gezin, hoe de Heilige Dagen te vieren, hoe de eindtijd gebeurtenissen en andere belangrijke onderwerpen te begrijpen. Deze dingen zijn zeker zeer belangrijk. Zij zijn noodzakelijk om ons allen te helpen de volheid van het karakter van Christus te ontwikkelen.
Maar nu wil ik graag teruggaan naar een echt fundamenteel begrip van echt Christelijk karakter, dat wij nooit moeten vergeten. Wij moeten vaak de meest fundamentele onderwerpen opnieuw bekijken en al onze andere begrippen en praktijken op deze bouwen. Het thema waarmee ik U nu wil helpen om U te focussen is het "grootste" gebod van alles. Niets is dus meer belangrijk dan dit ene ding duidelijk stellen en dan te handelen naar die kostbare kennis!
In Mattheüs 22:35-40 antwoordde Jezus Christus Zelf op, wat een uitdagende vraag kon zijn. Aan Jezus werd gevraagd, "Meester, wat is het grote gebod in de wet"? (Mattheüs 22:36)
Toen antwoordde de Zoon van God, "U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod". (Mattheüs 22:37-38)
- Hoe moeten wij God echt liefhebben met heel ons hart, kracht en verstand?
- Hoe moeten wij werkelijk dit grootste en belangrijkste gebod van allesvervullen?
Hoewel er misschien een aantal benaderingen zullen zijn voor dit thema, is hetvoorbeeld van koning David van Israël dé sleutel. Merk op hoe de schrijver van het boek Handelingen Gods kijk op David beschrijft. "En nadat Hij hem [koning Saul]had afgezet, verwekte Hij David voor hen tot koning; Hij gaf ook getuigenis van hem met de woorden: Ik heb David, de zoon van Isaï¬ gevonden, een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil". (Handelingen 13:22)
Hoewel er misschien een aantal benaderingen zullen zijn voor dit thema, is hetvoorbeeld van koning David van Israël dé sleutel". Merk op hoe de schrijver van het boek Handelingen Gods kijk op David beschrijft. "En nadat Hij hem [koning Saul]had afgezet, verwekte Hij David voor hen tot koning; Hij gaf ook getuigenis van hem met de woorden: Ik heb David, de zoon van Isaï¬ gevonden, een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil". (Handelingen 13:22)
Niemand van ons is perfect. Het voorbeeld van David is vooral behulpzaam als U de fouten, die David had overweegt - en toch beseft hoe belangrijk de hele houdingvan David was voor God. Deze houding was zo voorbeeldig dat God verder keek dan de menselijke fouten, die David maakte. Hij had hem lief, vergaf hem, eerde hem en heeft in Zijn geïnspireerd woord al toegezegd om David - onder Christus - koning te maken over alle naties van Israël in de Wereld van Morgen. Merk op: Jeremia 30:8-10, "want op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik zijn juk van uw nek zal breken en uw banden zal verscheuren. Vreemden zullen zich niet meer door hem laten dienen, maar zij zullen de HEERE, hun God, dienen, en hun Koning David, Die Ik hun zal doen opstaan. U dan, wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, spreekt de HEERE, wees niet ontsteld, Israël want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap, zodat Jakob terugkeert, rust heeft en zonder zorgen is, en niemand hem schrik aanjaagt".
- Hoe illustreerde David de houding, die God zo lief had?
Het antwoord is dat David God maakte tot het middelpunt van zijn wezen! Hij wandelde met God, sprak met God, voortdurend dacht aan Gods woord en Gods wet en een voortdurende relatie van liefde, verering, eer en gehoorzaamheid aan zijn Schepper had. Als U de geschiedenis van het leven van koning David leest in Samuël Koningen en Kronieken en over zijn gedachten door het boek Psalmen heen, beseft U snel dat er in de hele geschiedenis zeer weinig mensen zijn geweest, die zo voortdurend God zochten en intens wilden om Hem te eren, Hem te gehoorzamen en Hem te aanbidden op de manier, zoals David deed. David "zocht" voortdurend naar een hechte relatie met zijn Schepper. Hij "mediteerde" voortdurend over Gods wet en statuten - zelfs tijdens de nachtperioden.
Merk op: "Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen". (Psalm 119:10) Opnieuw: "HEERE, 's nachts heb ik aan Uw Naam gedacht en ik heb Uw wet in acht genomen". (Psalm 119:55) En opnieuw: "midden in de nacht sta ik op om U te loven voor Uw rechtvaardige bepalingen. Ik ben een metgezel van allen die U vrezen en die Uw bevelen in acht nemen. HEERE, de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw verordeningen". (Psalm 119:62-64)
Het is duidelijk, David zocht God, af en toe gedurende de hele dag en zelfs in de "nachtperioden". Hij had "groot genoegen" in het denken aan en mediteren over Gods grootheid en macht - Zijn schoonheid, Zijn Majesteit, Zijn glorie en zijn rechtvaardige wegen, zoals toegelicht in Zijn wetten. David verklaarde, "hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking. Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leraren, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking". (Psalm 119:97-99)
Decennia van "wandelen met God" bewees David voor zichzelf - zoals ik heb gedaan - dat Gods weg en Zijn geïnspireerde wetten, begrip en zegeningen brengen. Want Gods wetten tonen ons de juiste weg om te leven en zij "werken" altijd voor het goede - in de mate waarin zij worden gevolgd.
Ieder van ons moet dat beseffen en de grote God vereren/aanbidden, die ons zo'n verheven wet en levenswijze gaf. David had een groot genoegen in Gods goedheid. Opnieuw, hij verklaarde: "hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Door Uw bevelen krijg ik inzicht, daarom haat ik elk leugenpad". (Psalm 119:103-104)
Eén van de mooie manieren waarop God zich aan ons openbaart is door Zijn prachtige schepping. David verheugde zich voortdurend over de ingewikkeldheid en schoonheid van de schepping om hem heen. Hij kon Gods wonderbaarlijke en doordachte hand "zien" in dit alles - en hij eerde en aanbad zijn Schepper dus door te mediteren over deze dingen. David verklaarde over God dat, "Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon weet wanneer hij ondergaat. U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht; daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten. De jonge leeuwen brullen om een prooi en verlangen van God hun voedsel. Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug en leggen zich neer in hun holen. De mens gaat dan op weg naar zijn werk, naar zijn dienstwerk, tot de avond toe. Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van Uw rijkdommen". (Psalm 104:19-24)
Wij allen moeten denken aan Davids inspirerende woorden in Psalm 8:3-5, "als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem [voor korte tijd] weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond". Koning David mediteerde over de pracht en macht van Gods schepping, die hem voortdurend bewoog om te zingen en te aanbidden: "ik kleef vast aan Uw getuigenissen; HEERE, beschaam mij niet. Ik zal de weg van Uw geboden lopen, wanneer U mijn hart verruimd hebt. HEERE, leer mij de weg van Uw verordeningen, en ik zal die in acht nemen tot het einde toe". (Psalm 119:31-33)
Koning David "had God lief met heel zijn hart" door te mediteren over en dankbaar te zijn voor Zijn geweldige wet; door te mediteren over en blij te zijn met Gods prachtige schepping en al de schoonheid om hem heen. Door "te zien" dat Gods wet en weg werkelijk goed werkt voor degenen, die God echt "zoeken" enHem gehoorzamen, aanbad David God.
Dit is dan de volgende basis "sleutel" - om God lief te hebben met heel Uw hart - en niet om "uzelf voor de gek te houden" over God "liefhebben" op een louter sentimentele manier. Want denkt U er aan, God vond David "een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil". (Handelingen 13:22)
Miljoenen oprechte Protestanten, Katholieken en anderen zeggen dat zij "de Heer liefhebben". Tot op zekere hoogte realiseren zij zich de pracht van Zijn schepping en het feit dat het allemaal gebaseerd is op in stand blijvende wetten en principes, dieonveranderd zijn. Zij kunnen zich zelfs realiseren dat de principes in de Tien Geboden goed zijn. Toch hebben zij verschillende uitvluchten en "excuses", waarbij zij op de een of andere manier de noodzaak omzeilen om te gehoorzamen aan wat God zegt. Zij lijken verblind voor het feit dat - toen de jonge man naar Jezus kwam en de weg naar eeuwig leven vroeg, Jezus antwoordde, "maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht". (Mattheüs 19:17)
Maar wij - die echt aan God "onderworpen" zouden moeten worden en bereid moeten zijn om Zijn wil te doen - moeten ons realiseren dat alle ware "liefde" in feite gebaseerd is op het gehoorzamen van Gods geboden. Zoals Jezus Christus ons zegt in het boek Openbaring: "hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komenopenbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen". (Openbaring 14:12)
En vergeet alstublieft nooit de rechtstreekse definitie van "liefde", die aan heteinde van de Bijbel wordt gegeven - na het punt, waar de Protestanten zeggen, dat alles "aan het kruis genageld" was. De geïnspireerde Apostel Johannes zegt ons aan het einde van zijn leven: "want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen"; en Zijn geboden zijn geen zware last". (1 Johannes 5:3) Gods "liefde" wordt door een mens dus uitgedrukt, die werkelijk Gods levenswijze en Zijn gebodenhoudt - de geboden, die de ware natuur en het karakter van God Zelf, uitdragen.
Opnieuw, zoals de Apostel Johannes geïnspireerd werd om ons te zeggen, "wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft". (1 Johannes 2:4-6)
Denkt U alstublieft zorgvuldig over deze verzen na. Zij geven aan dat - hoewel iemand "over" God kan "weten" - hij God niet werkelijk kan "kennen", behalve door werkelijk Gods geboden te houden - zodoende de liefde van God ervaart door Jezus Christus, die in hem leeft. Door die ervaring van het toepassen van Gods ware karakter en op deze manier te "wandelen met God", zullen wij God leren "kennen" op een persoonlijke en grondige manier, wat op geen andere wijze mogelijk is!
In 1 Johannes 2:5 zegt God ons, dat wij "Zijn woord in acht" moeten nemen om de liefde van God in ons te vervolmaken. Want Jezus Christus zei, "er staat geschreven dat de mens van brood alleen niet zal leven, maar van elk woord van God". (Lukas 4:4)
En in 1 Johannes 2:6 zegt Johannes ons dat wanneer wij in Christus "blijven", wij zouden moeten wandelen of leven zoals Jezus Christus wandelde en leefde - geeninferieure of "afwijkende" weg. Want het is voor praktisch alle wetenschappers van alle denominaties duidelijk en te begrijpen, dat Jezus Zelf feitelijk Gods Tien Geboden hield.
In Johannes 15:10 verklaarde Jezus rechtstreeks; "als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf".
Daarom beste broeders, moeten wij werkelijk God liefhebben, "met geheel ons hart, verstand, kracht en ziel". Maar wij moeten dit doen door ons de prachtige schoonheid en ontzagwekkende ingewikkeldheden van Gods schepping voortdurend te realiseren. Wij moeten Hem en Zijn grootheid aanbidden, zoals geopenbaard door alles wat wij in de wereld en in het hele universum om ons heen zien. Ieder klein kind, ieder liefhebbend jong paar in een - door God geordineerd - huwelijk, ieder mooi stuk muziek, elk majestueuze berglandschap, iedere mooie zonsondergang of zonsopgang, elke goede en perfecte gift komt van God.
Wij moeten Onze Hemelse Vader liefhebben en aanbidden voor dit alles en zoveel meer. Wij moeten van het feit houden en appreciëren, dat Hij ons een prachtige wet heeft gegeven; een enorme en nuttige en liefhebbende levenswijze, die zegeningenbrengt in de mate waarin het wordt gehoorzaamd. En dan zoals God over David sprak - "een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil" - moeten wij onszelf nooit "wijsmaken" hierover, maar met ons hele hart zoeken om de Tien Gebodenvolledig te gehoorzamen. Wij moeten dagelijks en veelvuldig Jezus Christus zoeken om Zijn leven te leiden in ons, door Zijn Heilige Geest.
Zoals de Apostel Paulus geïnspireerd was te schrijven: "ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven". (Galaten 2:20) Dan zal het werkelijk Jezus Christus zijn, Die in ons leeft door Zijn Heilige Geest en zullen wij voortdurend wandelen met God, spreken met God, God eren en onze Schepper en onze Vader in de hemel oprecht liefhebben op alle manieren, zoals boven beschreven.
Wij zullen dan "weten en weten, dat wij weten" dat God echt met ons is en dat Hij ons nooit zal verlaten of bij ons weg zal gaan, omdat wij Hem echt liefhebben. (Hebreeën 13:5).
Wij zullen dit weten, omdat wij oprecht hebben geleerd om onze Vader en ons Schepper werkelijk lief te hebben met geheel ons hart, kracht en verstand.
Dit is het eerste en grootste gebod. Laten wij met heel ons hart "God zoeken" en leren om deze grootse instructie te gehoorzamen, die zal leiden naar eeuwig leven in het Gezin van God!