Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “Rise of the ‘Chosen People’ ” (Turning Points in World History) van Douglas S. Winnail, verschenen in het Tomorrow's World magazine van mei-juni 2016.
Stuurt God werkelijk de loop van de geschiedenis? Tegenwoordig beseffen maar weinigen dat Mozes, de Exodus en de Israëlitische koningen (David en Salomo) deel uitmaakten van één van de belangrijkste keerpunten in de geschiedenis van de wereld. Dat keerpunt beïnvloedde andere machtige landen gedurende een periode van 500 jaar van 1400 tot 900 v. Chr. De aanleiding tot deze historische verandering was een spectaculaire reeks van gebeurtenissen die rond 1200 v. Chr. plaatsvond. Die dramatische gebeurtenissen vormen een opmerkelijke bevestiging dat God de loop van de menselijke geschiedenis stuurt – net zoals de Bijbel zegt: “Hij maakt volken groot, en doet ze ondergaan …” (Job 12:23), en “… Hij zet koningen af en stelt koningen aan …” ( Daniel 2:21).
Het einde van een tijdperk
De ineenstorting van de culturen in de bronstijd rond 1200 v. Chr. is beschreven als “de ergste ramp in de oude geschiedenis, nog rampzaliger dan de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk” (Robert Drews, The End of the Bronze Age [Het einde van de bronstijd], p.1). Het wordt ook wel “een cruciaal moment in de geschiedenis” en “een keerpunt voor de oude wereld” genoemd (Eric H. Cline, 1177 B.C.; The Year Civilization Collapsed [1177 v. Chr.; Het jaar dat de beschaving instortte], p. xv). De bronstijd (3000 v. Chr. tot 1200 v. Chr.) was een periode tussen de steentijd en de ijzertijd en werd gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van bronzen gereedschappen, wapens en instrumenten. Het was een tijd die het begin van het schrijven zag (spijkerschrift in Mesopotamië en hiërogliefen in Egypte), de ontwikkeling van rechtstelsels, verstedelijking, centrale overheden, imperiums, de vooruitgang van de kennis op het gebied van van wiskunde, astronomie en navigatie, verreikende handelsnetwerken op zoek naar bronnen van tin en koper (om brons te maken) en de distributie van gefabriceerde producten.
De relatief stabiele wereld die de jaren van de bronstijd van na de vloed karakteriseerde, stortte enkele decennia later rond 1200 v. Chr. volledig in, toen een reeks van rampen zich een perfecte storm samenvoegden die de tekenen van beschaving in het oostelijke Middellandse Zeegebied wegvaagde. Uit archeologische studies blijkt dat tijdens deze gewelddadige periode “elke stad in het oostelijke Middellandse Zeegebied verwoest werd, en vele van deze nooit meer bewoond werden” (Drews, p. 4). Een vergelijkbare vernietiging vond plaats in het zuiden van Griekenland en Klein-Azië. De oorzaken van de ineenstorting omvatten: klimaatveranderingen, droogte, hongersnoden, ziekte, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, interne opstanden, het toenemende gebruik van ijzer, en invasies door de Zeevolkeren die handelsroutes verstoorden die een essentieel onderdeel van deze onderling verbonden wereld waren.
Het plotselinge en gewelddadige einde van de culturen in de bronstijd ging gepaard met het uiteenvallen van wereldrijken, een ernstige vermindering van kennisverwerving en de ondergang van de eens zo dominante machten: de Egyptenaren, Hittieten en Trojanen in Klein-Azië, en de Minoërs en Myceners op Kreta en in het zuiden van Griekenland, die de handelsroutes in de bronstijd controleerden (zie Cline). Echter, de ineenstorting van de bronstijd effende tevens de weg voor de opkomst van “een aantal nieuwe machten en een frisse start met nieuwe beschavingen met inbegrip van ... de Feniciërs, Filistijnen en Israëlieten” (ibid., p. 174-175). Toch was het einde van de bronstijd slechts één fase van dit belangrijke keerpunt in de geschiedenis – er was een andere fase die een essentieel onderdeel van Gods algehele plan voor de mensheid was.
De opkomst van Israël
Volgens de Schrift vonden ook een aantal mijlpalen plaats tegen het einde van de bronstijd ca. 1400 v. Chr.: Mozes, de plagen over Egypte, de Exodus en het geven van de wet op de berg Sinaï. De ineenstorting van de bronstijd rond 1200 v. Chr. vond plaats in de tijd van de Richteren, toen de twaalf stammen van Israël zich vestigden in het Beloofde Land van Palestina. Dit was een “tijd van anarchie en chaos” (Richteren 21:25; Frank E. Gaebelein, ed. The Expositor’s Bible Commentary, Vol 3. Zondervan: 1992. p. 506), precies zoals archeologen hebben ontdekt. Uit Egyptische inscripties blijkt dat onder de Zeevolkeren die Palestina binnenvielen de Shardana en Danuna waren (mogelijk de Israëlitische stam Dan) die besneden waren en gehoornde helmen droegen (Cline, pp. 1-8), net zoals de Deense Vikingen van latere tijden zijn afgebeeld. Cline suggereert dat “de Israëlieten gebruik maakten van de verwarring veroorzaakt door de Zeevolkeren in Kanaän, om het land in te trekken en controle over de regio te verkrijgen”, omdat ze “bij de groepen van de volkeren wilden horen die een nieuwe wereldorde zullen vormen, die voortkomt uit de chaos die het einde van de late bronstijd was” (pp. 95-96).
Toen God de Israëlieten uit de slavernij in Egypte verloste en hen Zijn wet op de berg Sinaï gaf, kregen ze te horen: “… als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn …” (Exodus 19:5-6; Deuteronomium 7:6-7). Gods intentie was dat de Israëlieten, met Zijn wetten en Zijn zegen, zich zouden onderscheiden van de heidense naties om hen heen (Deuteronomium 4:1-8). De goddelijk geopenbaarde religie van dit uitverkoren volk bestond uit de monotheïstische verering van de enige ware God in en wetten die menselijke offers, kindermoord, hoererij en overspel, liegen, stelen, moorden en doden voor vermaak verboden. De wetten van God beschermden het gezin en bevorderden gelijkheid voor de wet, individuele verantwoordelijkheid, opvoeding en onderwijs, sociale verantwoordelijkheid en het belang van geduld De Perfecte Wereld: De Joodse Invloed op de Beschaving, barmhartigheid en nederigheid (zie World Perfect: The Jewish Impact on Civilization [Perfecte wereld: De joodse invloed op de beschaving] door Ken Spiro).
Israël bloeit
Na de ineenstorting van de bronstijd groeide en bloeide met het verschijnen van de profeet Samuël en de koningen David en Salomo (rond 1000 v. Chr.) het volk Israël, en de werkelijke vruchten van de wetten van God werden overduidelijk voor andere volken. Toen de koningin van Sjeba (in Zuid-Arabië) kwam om Salomo te bezoeken, was ze stomverbaasd toen ze zijn wijsheid en de vrede en welvaart van zijn koninkrijk zag (1 Koningen 10:1-10). Gevestigd in hun Beloofde Land door de hand van God, kon het uitverkoren volk een voorbeeld zijn van een betere manier van leven voor zijn buurlanden en voor de wereld.
In de eeuwen die volgden bleven de Israëlieten als volk niet trouw aan hun verbond met God. God ent nu vele heidenen in geestelijk Israël om Zijn beloften en zegeningen te ontvangen. Toch is de invloed van Israël gebleven. Toen de Joden in 539 v. Chr. naar Jeruzalem terugkeerden, werkten Ezra en Nehemia hard om de religie van hun Israëlitische voorouders te herstellen (Ezra 7:1-10; Nehemia 8). Door de inspanningen van generaties Joodse schriftgeleerden (Romeinen 3:1-2) zijn de wetten van God bewaard gebleven om grote invloed uit te oefenen op de wetten en waarden van de westerse beschaving die John Adams, de tweede president van Amerika, tot de conclusie brachten dat “De Hebreeën meer gedaan hebben om de mensen te beschaven dan enig ander volk” (Spiro, p. 71).
De ineenstorting van de bronstijd creëerde ruimte voor de Israëlieten om uit de chaos van de afbrokkelende rijken naar voren te komen en een belangrijke rol als uitverkoren volk te spelen op één van de meest gedenkwaardige keerpunten in de wereldgeschiedenis. Deze dramatische gebeurtenissen illustreren ook hoe “… de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil” (Daniël 4:25).