Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “Are Millennials Really So Bad?” (Tomorrow’s Youth Today) door Jonathan McNair, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van maart-april 2017.
Heeft u al gehoord over de Millennials? Zo niet, dan zult u misschien schrikken. Volgens Time magazine zijn zij narcistisch , geobsedeerd door roem, egoïstisch, lui en onverantwoordelijk (Time, “Millennials: The Me Me Me Generation” [Millennials: De ik, ik, ik-generatie], 20 mei 2013). Daarbij zijn zij minder religieus en minder geneigd de Bijbel te lezen of te vertrouwen dan andere generaties (Christianity Today, “Gleanings” [“Aren lezen”], 16 mei 2016). Sociale critici beweren dat ouders en leerkrachten Millennials hebben aangemoedigd hun gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen, hen bedelvend onder betekenisloze beloningen voor hun betrokkenheid. Naar alle waarschijnlijkheid zijn zij gedoemd te mislukken, nadelig bedeeld, een generatie zonder hoop. En het beangstigende is dat u of iemand die u kent misschien een Millennial is!
Maar wat is een Millennial eigenlijk?
Millennial is het populaire etiket gegeven aan jongvolwassenen van vandaag. Zij worden ook wel de Generatie Y genoemd, omdat zij volgen op de Generatie X, het deel van onze bevolking dat geboren werd van eind jaren zestig tot begin jaren tachtig. Vóór Generatie X kwam de generatie van de Babyboomers (meteen na de Tweede Wereldoorlog geboren) en vóór hen, de G.I. Generatie (zij die opgroeiden tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Grote Depressie). Deze trend van het benoemen van generaties begon in het begin van de twintigste eeuw met romanschrijfster Gertrude Stein die de term “Verloren Generatie” bedacht voor hen die leefden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar zijn jonge Millennials, vergeleken met al die anderen, werkelijk veel slechter? Is er enige hoop voor hen? Laten wij naar het grotere plaatje kijken.
Elke generatie heeft een probleem
De huidige Generatie X bekijkt de Millennials vaak met een kritische blik. Maar er was een tijd dat Generatie X bespot werd door haar eigen voorgangers, de Babyboomers. In 1990 beschreef een artikel in Time magazine, Generatie X-leden op deze manier: “Zij vinden het moeilijk beslissingen te nemen. Zij beklimmen liever de Himalaya dan de maatschappelijke ladder. Zij snakken naar vermaak, maar hun aandachtsspanne is zo kort als één zap van een TV afstandsbediening” (Time, “Twentysomething” [Twintig en nog wat], 16 juli 1990). Een artikel in Newsweek, uit 1985 noemt Generatie X spottend de Video Generatie, die voornamelijk bezig was elk moment van hun leven met videocamera’s – de ultieme technologie van de jaren tachtig ‒ vast te leggen. De Babyboomers noemden de Generatie X geringschattend de Nu-Generatie, die onmiddellijke bevrediging eiste.
Maar in hun jeugd alarmeerden de Babyboomers hun ouders ook. Zij werden de “Ik-Generatie” genoemd, de rebellen tegen de gevestigde orde. In de jaren 1950 stonden erg populaire films als “The Wild One” en “Rebel Without a Cause” aan de top van een heel genre films die destructieve, gewelddadige en zelfs zich als beesten gedragende jonge mannen lieten zien. Zelfs Broadway weerspiegelde de groei van jeugdig geweld met “West Side Story” die in 1957 in première ging, waarin dood, poging tot verkrachting en moord in beeld werden gebracht. Jeugdcriminaliteit werd beschouwd als een reëel en groeiend gevaar, en een subcommissie van de Senaat van de Verenigde Staten voerde dan ook een zeer bij het publiek bekend gemaakt onderzoek uit naar de samenhang tussen films en misdaad onder jongeren. In 1969 werd een bijeenkomst van meer dan 400.000 jonge mensen in Woodstock, Vermont, het symbool van een jonge generatie Boomers, bedwelmd door seks, drugs en rock en roll.
In elke moderne generatie is, bij nader onderzoek, iets van jeugdige rebellie, egoïsme en onvolwassenheid te vinden.
Maar het probleem is niet alleen een moderne kwestie. In een toneelspel van rond 400 v. Chr., getiteld “The Clouds” door de Griekse toneelschrijver Aristophanes, klaagt het hoofdpersonage Strepsiades over het feit dat zijn zoon op zijn gemak, in vijf dekens gewikkeld, achteroverleunt, terwijl hij worstelt met het vinden van een oplossing om voor het leven van zijn zoon, dat bestaat uit vermaak en paarden, te kunnen betalen. Er zijn eerdere fragmenten gevonden van een zelfs 4.000 jaar oud tablet van de Sumerische stad Nippur die de herhaalde bestraffing beschrijven die nodig was voor het gebrek aan discipline bij studenten.
De simpele waarheid is dat, naarmate we ouder worden, we de jeugdige fouten bij jongere mensen herkennen. Ongeacht of we van de Generatie X zijn die de problemen van Millennials wijs ontleden, of een leraar aan een oude Sumerische school voor schriftgeleerden, we zien de nonchalante fouten van de jeugd. Maar de oplossing ligt niet in schijnheilig uitschelden of het maar accepteren van de bestaande situatie. Er is hoop voor elke generatie! En als zo vaak kunnen we het probleem begrijpen en de oplossing vinden, als we kijken naar het Woord van God.
Eigenschappen van jeugdigheid
Volgens de Bijbel zijn wij een combinatie van onze erfelijkheid en omgeving. Wij zijn geboren met een menselijke natuur, met de geest die uniek is voor de mens en die ons onderscheidt van dieren. En hoewel wij niet geboren worden als zondaars, worden wij geboren met een natuurlijke aanleg voor menselijk egoïsme. Als onze ouders niet met ons werken om ons egoïstische, onvolwassen eisen in te tomen, dan kan dat egoïsme steeds gevaarlijker worden voor anderen. In Genesis 8:21 zei God na de zondvloed tegen Noach dat “… de gedachtespinsels van het hart van de mens … immers slecht [zijn], van zijn jeugd af … ”. Zonder de hulp van ouders, mentoren, en God, zouden ons hart en onze gedachten uitermate egoïstisch zijn, ongeacht van welke generatie we zijn.
Een andere eigenschap, die wij allemaal delen in onze jeugd, is een verlangen om het leven op ons eentje te verkennen. Koning Salomo onderkende dit feit van de jeugd en schreef in Prediker 11:9: “Verblijd u, jongeman, in uw jeugd, en laat uw hart vrolijk zijn in de dagen van uw jeugd. Ga in de wegen van uw hart en volg wat uw ogen zien …”. Met andere woorden, wij willen dingen zelf zien en uitproberen. Dat is natuurlijk. Maar we leren ook uit de Bijbel dat het ons in onze jeugd ontbreekt aan wijsheid en onderscheidingsvermogen. Spreuken 22:15 informeert ons: “De dwaasheid is in het hart van de jongen gebonden …” (SV).. Voortdurende leiding van oudere, meer ervaren volwassenen zal ons dus helpen om te gaan met de uitdagingen die we tegenkomen. Onze ouders kunnen ons helpen valkuilen te vermijden die ons en anderen kunnen beschadigen en kwetsen, als wij naar hen willen luisteren. “Mijn zoon, luister naar de vermaning van je vader en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet…” (Spreuken 1:8).
En we lezen ook dat er de verleiding zal zijn om onze leeftijdsgenoten te volgen in geweld en ondeugd: “Mijn zoon, als zondaars jou willen verleiden, bewillig er dan niet in. Als zij zeggen: Ga met ons mee, laten wij loeren op bloed … Allerlei kostbare bezittingen zullen wij vinden, onze huizen zullen wij vullen met buit. Je zult je lot in ons midden werpen, wij zullen allen tezamen één buidel hebben ‒” (Spreuken 1:10-14). Deze verzen zijn slechts een voorbeeld van de raad die God geeft aan jonge mensen in Zijn Woord. En de oudere generatie wordt bevolen om de verantwoordelijkheid van onderwijs, instructie en begeleiding van de volgende generatie op zich te nemen (Deuteronomium 11:19; Spreuken 22:6).
Een verandering in perspectief
Elke generatie in de geschiedenis heeft haar eigen unieke uitdagingen gehad. En elk mens heeft uitdagingen gehad die uniek zijn voor hem of haar. Bij elke generatie als ze ouder wordt ebt veel van het jeugdige egoïsme en de verkeerd geleide energie weg in een meer stabiele volwassenheid. Dat is de natuurlijke vooruitgang van de generaties. Maar God wil niet dat wij slechts fysiek opgroeien, maar ook dat we geestelijk volwassen worden. En dat kan feitelijk al beginnen bij een jong persoon. In Psalm 119:9 schreef David: “Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord”. Ja, zelfs in onze jonge jaren – als kind, tiener of jongvolwassene – kunnen wij ons van dat etiket ontdoen en een positief voorbeeld zijn voor de mensen om ons heen.
Zoals Paulus zei tegen Timotheüs: “Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid” (1 Timotheüs 4:12).