Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel: “Is Masculinity Really Toxic?” door Wallace G. Smith, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van mei-juni 2019.

Het is een verwarrende tijd om een jongen te zijn. Sommige mensen zeggen dat het woord ‘jongen’ een onzinwoord is – gewoon één kleine stip op een ononderbroken spectrum van ‘gender’-keuzes. Anderen zeggen dat ‘jongen’ een goed omschreven woord is, maar dat het toepasbaar kan zijn op beide sekses, zowel mannelijk als vrouwelijk, afhankelijk van hoe zij zich denken of verkiezen te ‘identificeren’.

En dan zijn er nog degenen die verklaren dat de verzameling neigingen die vaak jongens en mannen kenmerken – wat velen ‘mannelijke trekken’ noemen – potentiële bronnen van schade zijn, zowel voor henzelf als voor degenen om hen heen. Zulke mensen zouden deze persoonlijkheidstrekken en op geslacht gefundeerde aanleg definiëren als ‘giftige’ kenmerken die overwonnen moeten worden. In feite beweren sommigen dat zulke mannelijke trekken psychische stoornissen kunnen veroorzaken, en dat maatschappelijke interventie in de vroegste stadia van het leven noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat jongens deze trekken niet als ideaal gaan omarmen, zodat zij permanente schade zouden toebrengen aan hun psyche en gewelddadige misbruikers van mensen om hen heen zouden worden.

De verwarring die dit alles veroorzaakt reikt verder dan alleen jongens. Het is een verwarrende tijd voor mannen in het algemeen, en voor de meisjes en vrouwen in hun leven die van hen houden.

Is mannelijkheid – de verzameling kenmerken die gewoonlijk en traditioneel met mannen worden geassocieerd – een bron van psychische ziekte? Is mannelijkheid giftig? Hoe kunnen we dat weten?

Over dit onderwerp is duidelijkheid te verkrijgen, maar niet onder velen die als ‘deskundigen’ worden beschouwd.

MANNELIJKHEID ALS PSYCHISCHE ZIEKTE

Eerder dit jaar bracht de American Psychological Association (APA) een nieuwe publicatie uit die veel aandacht trok: Guidelines for Psychological Practice with Boys and Men. Daarin beschrijft de APA vaag “een bepaald samenstel van criteria die van invloed zijn geweest op grote delen van de bevolking met inbegrip van: anti-vrouwelijkheid, prestatie, schuwen van de schijn van zwakheid, en avontuur, risico en geweld. Hier is collectief naar verwezen als traditionele ideologie van mannelijkheid” (pp. 2-3).

Hun conclusies over deze ‘traditionele ideologie van mannelijkheid’ kunnen nauwelijks nog botter. Zoals gesteld door Stephanie Pappas in een essay op de website van de APA toont onderzoek naar verluidt dat “de traditionele mannelijkheid psychisch schadelijk is” (“APA issues first-ever guidelines for practice with men and boys”, APA.org, januari 2019). Deze conclusie is ‘de voornaamste motivatie’ voor het APA-onderzoek in deze materie.

Slechts enkele maanden eerder beschreef de APA het “patriarchale ideale mannelijke concept” als elementen omvattend als “stoerheid, heteroseksisme, een onafhankelijke houding en een gebrek aan emotionele gevoeligheid” (“Harmful masculinity and violence”, APA.org, september 2018).

Om het probleem van zulke mannelijke idealen te bestrijden beveelt de APA aan vroeg in het leven van jongens tussenbeide te komen, om “[elke] acceptatie van de adolescent van traditionele genderrollen te verminderen” en “marketingcampagnes [te organiseren] bedoeld om de sociale en culturele normen die de ongezonde mannencode ondersteunen, af te zwakken” (ibid.). En op het terrein van de marketingcampagnes was de bekende fabrikant van scheerapparaten Gillette maar al te blij daaraan gevolg te geven.

HET BESTE WAT EEN ADVERTENTIE KAN BEREIKEN?

Lange tijd had Gillette het motto “The Best a Man Can Get” [Het beste wat een man kan krijgen] om zijn scheerproducten aan de man te brengen. Maar misschien geïnspireerd door de populariteit van de #MeToo-beweging en de aandacht die het idee van de ‘giftige mannelijkheid’ kreeg – en zeker met het oog bewust op hun geschiedenis van reclameboodschappen van stereotypisch mooie vrouwen die het gladgeschoren gezicht van stereotypisch knappe en atletische mannen strelen – besloot Gillette zich te mengen in de genderstrijd met zijn eigen openbare verklaring van loyaliteit aan de ‘social engineers’ die proberen te herschrijven wat het betekent een man te zijn.

Het resultaat was een door feministen ontworpen reclamespot die meer gericht was op het bestraffen van mannen dan op het verkopen van scheerapparaten. (Natuurlijk zou het naïef zijn te denken dat Gillette niet hoopte meer producten te verkopen door het gebruik van zo’n advertentie.) De video van iets minder dan twee minuten schildert doeltreffend – zij het onjuist – de geschiedenis van de man als één waarin de hele sekse niet genoeg gedaan heeft om zijn eigen giftigheid terug te dringen.

Op veel punten voert de video de buitengewoon irriterende prekerigheid van zijn boodschap naar een hoogtepunt. Zo zien we al na iets meer dan 30 seconden een verzameling van ruim 15 mannen – ieder van hen stoïcijns staand achter zijn eigen individuele tuingrill – op cultachtige wijze zingen: “Boys will be boys” [Jongens zullen jongens zijn], terwijl zij toekijken hoe een klein kind een ander kind plagend op de grond gooit vóór hen, terwijl geen van hen ingrijpt.

Ondanks alle stemmen die de reclamespot verdedigen en beweren dat die uitsluitend het beperkte doel had slecht gedrag aan te spreken en niet alle mannen aan te klagen, schildert de zorgvuldige opzet van dergelijke scenes het tegengestelde beeld. Het beeld van een leger mannen die stereotypisch bezig zijn te grillen en toelaten dat het ene kind het andere mishandelt, terwijl zij toekijken totdat één enkele verlichte vent spijt krijgt en een einde maakt aan het gepest, brengt een duidelijk sentiment over: mannen zijn veelal het probleem, en traditionele mannelijkheid (‘boys will be boys’ tenslotte) is een kwaad dat nodig gecorrigeerd dient te worden. Klaarblijkelijk moeten wangedrag als pesten en de minachting van vrouwen niet worden gezien als afwijkingen van de traditionele mannelijkheid. Deze moeten worden gezien als de natuurlijke manifestaties ervan.

Het idee dat een bedrijf – en nog wel een dat juist in het nieuws was wegens schimmige zakenpraktijken – zo schaamteloos besliste dat het de morele autoriteit had de mannen van de wereld te instrueren over hoe zij zich dienen te gedragen, wekte veel verontwaardiging. Maar nog aanstootgevender dan de boodschapper was de boodschap zelf. Ten tijde van dit schrijven is de video bijna 30 miljoen keer op YouTube bekeken, en vergaarde 1,4 miljoen ‘dislikes’ [uitingen van antipathie, NL-red.] en meer dan 423.000 commentaren.

Maar de cultuurstrijders en social engineers, vastbesloten de traditionele mannelijkheid te behandelen als een mankement dat moet worden verholpen, zetten hun mars onbeschaamd voort. En de druk om voor zulke ideeën te buigen is zeer groot – en neemt toe.

In haar klassieke en, helaas, accurate boek The War Against Boys identificeert de feministische vrijdenkster Christina Hoff Sommers veel van de sociale krachten die op jongens en jonge mannen neerkomen en die proberen hen te veranderen in iets anders dan wat jongens en jonge mannen van nature zijn.

Hedendaagse jongens dragen de last van verscheidene sterke culturele trends: een therapeutische benadering van onderwijs dat gevoelens opwaardeert en wedijver en risico kleineert, een nultolerantiebeleid dat normale capriolen van jonge mannen bestraft en een beweging voor gendergelijkheid die mannelijkheid als roofdierachtig ziet. Natuurlijke mannelijke uitbundigheid wordt niet langer getolereerd (pp. 39-40).

Sommers verklaart dat op een bepaald punt in het verleden

… het mode werd het gedrag van miljoenen gezonde mannelijke kinderen abnormaal te verklaren. We hebben ons tegen jongens gekeerd en zijn een simpele waarheid vergeten: de energie, wedijver en fysieke durf van normale mannen zijn verantwoordelijk voor veel van wat goed is in de wereld. Niemand ontkent dat de neigingen tot agressie van jongens moeten worden gematigd en gekanaliseerd in de richting van constructieve doeleinden. Jongens hebben discipline nodig (en hunkeren ernaar), evenals respect en morele leiding. Jongens hebben liefde en verdraagzaam begrip nodig. Maar een jongen zijn is geen sociale ziekte (pp. 3-4).

Heeft Sommers gelijk en is natuurlijke mannelijkheid een in het algemeen positieve kracht “verantwoordelijk voor veel van wat goed is in de wereld”? Of zitten de American Psychological Association, Gillette en andere ‘verlichte’ social engineers op het juiste spoor wanneer zij er ijverig naar streven mannen in een nieuwe mal naar hun eigen ontwerp te persen? Zullen we alleen maar worden bevrijd van problemen als pesten en vrouwenhaat, en zullen jongens alleen maar voor mentale schade en een gewelddadige toekomst worden behoed, als we de ketenen van traditioneel mannelijke idealen afwerpen en de meer neutrale variant van ‘de man’ omarmen die zij graag willen voorschrijven?

ANDERS QUA ONTWERP

Het is waar dat mensen van elkaar verschillen, ook binnen de sekse. De opeenstapeling en verspreiding van onze individuele trekken en persoonlijke eigenaardigheden kunnen nauwelijks worden toegewezen aan slechts één variabele – zelfs niet één zo enorm belangrijk als geslacht.

Maar het is evenzeer waar dat er reële en significante verschillen zijn tussen mensen van het mannelijk geslacht en van het vrouwelijk geslacht, en dit zou niet moeten verbazen! Want de Schepper van de mensheid, de God van de Bijbel, heeft ons op deze wijze ontworpen. Jezus Christus verklaarde dat God “… hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft” (Mattheüs 19:4). Nee, gender of geslacht is niet fundamenteel een sociaal gevormde realiteit, en nee, er is geen grote ‘verscheidenheid’. De mensheid is er slechts in twee varianten, door ontwerp, volgens de wil van de Ontwerper.

Hoe onpeilbaar als het mag zijn voor hen die liever fantaseren over het scheppen van een mythisch geslachtsloos utopia, de verschillen tussen man en vrouw blijven zich in de maatschappij manifesteren – eeuw na eeuw en in cultuur na cultuur. Zeker, er kunnen merkwaardige individuele verschillen tussen tijdperken en culturen zijn, en inderdaad, er zijn merkwaardige verschillen tussen individuen, zelfs binnen de sekses zelf. Maar de basisneigingen zijn voor iedereen te zien.

Als we eenmaal erkennen dat de geslachten werden geschapen om verschillend te zijn, dan zien we ook de simpele oplossing voor ons dilemma. Als we het soort mannelijke idealen wensen te begrijpen waar mannen naar zouden moeten streven, dan moeten we kijken naar de instructies van onze Schepper en naar de mannen die Hij in Zijn woord als voorbeelden voor ons naar voren heeft geschoven.

ECHTE MANNELIJKE IDEALEN

Wanneer we in de Bijbel kijken als onze gids om de kenmerken te ontdekken van een gezonde mannelijke identiteit, vinden we veel van precies die trekken waar de APA mannen voor waarschuwt.

Bijvoorbeeld, neem de typisch mannelijke trek van appreciatie van onafhankelijkheid of zelfredzaamheid. De apostel Paulus zegt in Efeze 5:23 duidelijk dat in een gezin de man moet leiden – wat, Bijbels gesproken, betekent zich wijden aan het dienen van anderen (Mattheüs 20:25-28). Elders zegt Paulus dat een man die niet voor zijn eigen gezin zorgt “… het geloof [heeft] verloochend en… erger [is] dan een ongelovige” (1 Timotheüs 5:8). Inherent aan deze ideeën is de noodzaak dat een man het vermogen ontwikkelt zijn eigen vaardigheden en middelen aan te wenden en iemand te worden van wie anderen materieel afhankelijk zijn, niet iemand die voornamelijk van anderen afhankelijk is.

Natuurlijk kunnen er moeilijke tijden komen, en ziekte en letsel treffen ons allemaal (Prediker 9:10-11). Maar voor mannen die kunnen werken, maar dat weigeren, zegt Paulus duidelijk: “… als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten” (2 Thessalonicenzen 3:10)!

Mannen willen graag onafhankelijk zijn en door hun eigen inspanningen produceren wat nodig is voor anderen om te overleven. Die drijfkracht maakt deel uit van de wezenlijke aard van een man, en de maatschappij vermindert die drijfkracht tot haar eigen schade.

En hoe zit het met het “gebrek aan emotionele gevoeligheid”? Eigenlijk waren de mannen van de Bijbel een gepassioneerd stelletje – een kenmerk dat zeer sterk naar voren komt in de psalmen van koning David van Israël. Tegelijkertijd is het vermogen zich emotioneel los te maken van de heersende omstandigheden teneinde ‘de klus te klaren’ een prijzenswaardige trek, die zorgt voor duidelijkheid en presteren in tijden dat emoties verlammend zouden werken.

We zien dit ook bij koning David. Op een van de dieptepunten van zijn leven deed zijn eigen zoon Absalom een poging tot een staatsgreep om de troon van Israël van hem af te nemen. Toen Davids soldaten Absalom doodden en het conflict beëindigden, was David ontroostbaar om het verlies van zijn zoon. Maar op advies van zijn militaire leider Joab vermande de koning zich, onderdrukte zijn emoties, en verscheen voor zijn mannen om zijn waardering te uiten voor hun loyaliteit, steun en opoffering. Soms is een stoïcijns vermogen gevoelens opzij te schuiven werkelijk nodig, en het vermogen dat te doen als het moment daarom vraagt is een mannelijk ideaal.

Wellicht moeten we ook eens kijken naar enkele van de meer omstreden karaktertrekken die met de ‘traditioneel mannelijke ideologie’ in verband worden gebracht: zelfverzekerdheid, agressiviteit en een innerlijke bereidheid tot confrontatie en strijdlust. Zulke karakteristieken zijn beslist altijd negatief. Of niet?

Nee, niet volgens de Bijbel. De apostel Paulus confronteerde op moedige wijze de apostel Petrus openlijk, toen deze zich hypocriet begon te gedragen jegens de heidense gelovigen nadat er Joodse leiders waren aangekomen in de gemeente (Galaten 2:11-14). Jezus Zelf keerde de tafels van de geldwisselaars in de Tempel om – waarbij beslist alles over de grond ging – en maakte toen een zweep van touw om de kooplieden te verdrijven (Mattheüs 21:12; Johannes 2:14-16)! Hij trad op in rechtvaardige verontwaardiging wegens hun ontheiliging van het huis van Zijn Vader!

Maar was Paulus’ confrontatie met Petrus – of de (mogen we het zeggen?) heftige reactie van Jezus op de ontwijding van de Tempel – een voorbeeld van giftige mannelijkheid? Nee! Er zijn tijden en plaatsen voor confrontatie en conflict, en in staat op te staan en aan het kwaad persoonlijk het hoofd te bieden is een waardig ideaal van mannelijkheid waar mannen naar zouden moeten streven!

Willen we leven in een wereld waarin een man en een vrouw in het midden van de nacht wakker worden door het geluid van brekend glas beneden en de man zich naar zijn vrouw keert en zegt: “Liefste, de vorige keer heb ik gekeken of er inbrekers waren, en nu is het jouw beurt naar beneden te gaan terwijl ik hier veilig boven blijf”? Of kunnen we het erover eens zijn dat assertiviteit en een vorm van agressiviteit een gezonde plaats kunnen hebben binnen het kader van ideale mannelijkheid?

De Bijbel geeft een beeld van mannelijkheid dat vele idealen inhoudt. De mannen die God ten voorbeeld stelt tonen onverschrokkenheid, kracht, onverzettelijkheid, moed, onverstoorbare concentratie en een bereidheid zonder aarzeling een situatie tegemoet te treden als dat nodig is. Zij tonen ook tederheid, medeleven en zorgzaamheid voor anderen – en laten zien dat traditioneel mannelijke trekken niet per se onverenigbaar zijn met andere trekken.

PROBLEMEN JUIST BEGRIJPEN

Natuurlijk, elke karaktereigenschap, mannelijk of vrouwelijk, kan op verkeerde manieren worden geuit. Precies zoals assertiviteit van mannen intimiderend kan worden, zo kan de tedere en verzorgende kant van vrouwen in verwennen ontaarden.

Een van de opmerkelijke kenmerken van de Bijbel is dat de Goddelijke Auteur ervan niet alleen de hoogtepunten van het leven van zijn helden heeft opgetekend, maar ook bereid is geweest hun dieptepunten weer te geven – niet alleen hun successen, maar ook hun falen, hoe ernstig ook. In veel gevallen zien we een andere kant van hun aard en de gevolgen van dat ze hun natuurlijke neigingen, ongeleid en ongeregeld door grotere idealen, de vrije loop laten.

Behalve Davids vele mannelijke daden en avonturen is in de Bijbel tevens het voorval van zijn overspel opgenomen en de moord die hij beging in een mislukte poging dat te verbergen (2 Samuël 11-12). God vermeldt niet alleen de kroniek van de heldenmoed en onverschrokkenheid van Jefta de Gileadiet, maar ook de tragische gevolgen van zijn onbedachtzaamheid bij overwinning (Richteren 11).

Om zulke fouten – en de vele andere die door de geïnspireerde schrijvers van de Bijbel zijn opgetekend – te bestempelen als voorbeelden van ‘giftige mannelijkheid’ is niet begrijpen hoe die paar woorden een instrument van propaganda worden, gebruikt door hen die proberen Bijbelse concepten van familiestructuur en de eigen rollen van beide geslachten af te breken. Giftige mannelijkheid en giftige vrouwelijkheid zijn eenvoudig manifestaties van de giftige mens: uitingen van onze vleselijke natuur, bedorven door zonde, die van nature niet aan de wet van God onderworpen is (Romeinen 8:7).

Maar de oplossing voor de problemen die door dergelijk bederf worden veroorzaakt is niet het kind (jongen of meisje) met het badwater weg te gooien. Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn niet het probleem, en de benadering van de APA om de traditionele mannelijkheid als een giftig brouwsel te zien van problemen die zich zullen voordoen, is eenvoudig verkeerd en gevaarlijk misleidend.

De verklaring van de Bijbel is veel nuttiger en meer in lijn met de realiteit: zonde is het probleem. En als zonde het probleem is, dan is het aanpakken van de zonde de oplossing. Zonde treft ons allemaal, en ieder van ons, ongeacht geslacht, kan de neigingen van ons ontwerp verkeerd toepassen. De oplossing is niet de realiteit te negeren en te fantaseren dat we de geslachten opnieuw vorm kunnen geven om te worden tot wat wij maar wensen. Het antwoord is juist de verschillen te omarmen en ondertussen te zoeken naar de gezondste uiting ervan, door te zoeken naar de wijsheid van God die om te beginnen de geslachten heeft ontworpen.

In zijn artikel “Grown Men Are the Solution, Not the Problem” op NationalReview.org, benadrukt columnist David French de omgekeerde wijze van benadering die ons wordt opgedrongen door onze zelfbenoemde verzorgers:

Wij bewijzen onze zonen geen dienst wanneer wij hun vertellen dat zij niet hoeven te luisteren naar die stem in hen die hun zegt sterk te zijn, dapper te zijn en te leiden. Wij bewijzen hun geen dienst als wij hun de zoektocht om een volwassen man te worden laten opgeven wanneer die zoektocht moeilijk wordt.… Traditionele mannelijkheid is niet het probleem; het kan onderdeel van het genezingsproces zijn.

WIE ZAL IN DE BRES STAAN?

Spijtig genoeg lijkt de maatschappij mannen uit ons bestaan te definiëren juist op het ogenblik in de geschiedenis dat we hen het meest nodig hebben. De God van de Bijbel spreekt over verschrikkelijke tijden die op komst zijn – een verlate confrontatie met de consequenties van dat wij Hem, Zijn wetten, Zijn ontwerp en Zijn leiding hebben verworpen. De komende periode in de menselijke geschiedenis zal als geen enkele andere zijn, en geen periode daarna zal ooit de wreedheid en de verschrikkingen ervan evenaren (Mattheüs 24:21; Jeremia 30:7).

Maar de Eeuwige openbaart duidelijk wat Hij zoekt om zulke dagen te voorkomen zijn – en wat Hij helaas niet vindt: “Ik zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat Ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand” (Ezechiël 22:30).

Assertiviteit – zelfs op agressieve wijze – vechten tegen de massa om te doen wat juist is, opstaan op eigen benen wanneer de rest van de wereld op zijn knieën voortkruipt, en sterk genoeg zijn om het intense gewicht te dragen van de maatschappelijke druk zich aan te passen aan de corrupte normen, zonder af te wijken van wat waar is… Dit klinkt allemaal als de soort taken waarvoor mannen zijn gemaakt. Laten we hopen dat er nog enige overgebleven zijn.