Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Cause of Israël’s Woes” door Peter Nathan, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van oktober-november 2022.

Terwijl de aandacht van de wereld is gericht op de huidige Russische invasie in Oekraïne, is er veel gebeurd in Israël en het verdere Midden-Oosten.

Het land Israël is alom veroordeeld omdat het zich niet heeft aangesloten bij het grootste deel van de westerse wereld om Rusland te sanctioneren voor zijn invasie in Oekraïne. Maar Israël zit in het nauw, omdat het afhankelijk is van Rusland op een wijze waarop de rest van de wereld dat niet is. Die afhankelijkheid is niet gebaseerd op olie, gas of andere grondstoffen, diensten of goederen, maar op de Russische instemming met vluchten van de Israëlische luchtmacht over Syrië. Deze vluchten zijn een poging om Iraanse inmenging in Syrië en Libanon te ontmoedigen.

Iran is namelijk de betaalmeester en wapenleverancier van Hezbollah en andere terroristische groeperingen in het gebied, die samen met Hamas – de regeringspartij in Gaza – de natie Israël volledig vernietigd willen zien. Syrië is een tussenstation voor de levering van wapens aan deze cliënten van Iran; daarom probeert de Israëlische luchtmacht die wapenleveringen te vernietigen voordat ze kunnen worden gedaan.

De Russische luchtmacht en haar vluchtsystemen controleren het Syrische luchtruim, en het is alleen onder Russische tolerantie dat de Israëlische luchtmacht in een dergelijke omgeving kan opereren. Dit is de reden waarom Israël nu tijdens de oorlog van Rusland tegen Oekraïne zeer behoedzaam te werk moet gaan.

RELIGIEUZE KWESTIES

Maar de Russische krijgsonderneming in Oekraïne is niet de enige uitdaging voor Israël. De Russische invasie overlapte het islamitische feest van Ramadan (1 april-1 mei 2022), evenals de viering van Pasen en Pascha eerder dit jaar. Dit op elkaar afstemmen van religieuze gebeurtenissen leidt onvermijdelijk tot spanning op de Tempelberg, of Haram al-Sharif, zoals deze in de Arabische wereld bekend staat – spanning die zelfs nu nog voortduurt. De al-Aqsa moskee, een van de heiligste plaatsen van de Islam, ligt aan de zuidkant van de Tempelberg en is tijdens de Ramadan het middelpunt voor islamitische gelovigen. Toen de invasie van Oekraïne zich ontvouwde, verschoof de aandacht van de wereld van het Midden-Oosten naar Oost-Europa, maar de Palestijnen waren erop gebrand om de aandacht weer op hun zaak te vestigen. Als gevolg daarvan hebben zich sindsdien op de Tempelberg herhaaldelijk botsingen voorgedaan tussen islamitische gelovigen bij de al-Aqsa moskee en de Israëlische politie die de orde op de berg probeert te handhaven.

Op het bredere internationale toneel heeft de Zuid-Afrikaanse minister van Internationale Betrekkingen en Samenwerking, Naledi Pandor, erop aangedrongen Israël tot een apartheidsregime te verklaren. In een toespraak eerder dit jaar tot een vergadering van de Palestijnse Hoofden van de Missie voor Afrika stelde Pandor de zaak van de Palestijnen gelijk aan die van de zwarte Zuid-Afrikanen vóór 1994. Pandor wil dat de Verenigde Naties een mensenrechtencommissie instellen om de situatie te onderzoeken en op grond daarvan Israël officieel tot apartheidsstaat verklaren. Dit is een aanpak die de Palestijnen actief bevorderen.

Binnen de staat Israël nemen de Palestijnen deel aan wat algemeen wordt erkend als het meest democratische systeem van alle landen in het Midden-Oosten, met hun eigen gekozen vertegenwoordigers in de Knesset. Maar de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever hebben een heel andere ervaring. Het Palestijnse leiderschap in beide gebieden staat onverbiddelijk vijandig tegenover het bestaan zelf van Israël, zodat er weinig kans is op een vredesakkoord tussen beide partijen.

In Gaza opereert de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ) aan de zijde van Hamas om oorlog te voeren tegen Israël. Voorzien van raketten uit Iran, de sponsor van PIJ, vuurde de groep naar schatting 1.100 raketten af op Israël in een brutale aanval in augustus 2022 – maar bijna een kwart van de raketten viel binnen Gaza, waarbij precies die mensen werden vernietigd die PIJ probeert te steunen. De oorzaak van de aanval? De gevangenneming door Israël van het militaire hoofd van de PIJ en talrijke anderen werkzaam in Jenin en omliggende steden op de Westelijke Jordaanoever, met de daaropvolgende moord op de zuidelijke commandant van de PIJ. Voordat Egyptische bemiddelaars een wapenstilstand tot stand brachten, had Israël ook de noordelijke commandant van de PIJ in Gaza vermoord.

De Amerikaanse president Joe Biden mengde zich vervolgens in Pandors betoog en ontkende dat Israël een apartheidsstaat is. Maar ondanks de steun van Biden wordt Israël geconfronteerd met vijandigheid in de academische, politieke en religieuze kringen van de V.S. en andere westerse landen.

BDS-BEWEGINGEN OP VELE CAMPUSSEN

Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS) is een programma dat momenteel tegen Israël wordt gevoerd “om een einde te maken aan de internationale steun voor Israëls onderdrukking van de Palestijnen en Israël onder druk te zetten om zich aan het internationaal recht te houden.” Aangemoedigd door lessen geleerd door activisten in verzet tegen de Zuid-Afrikaanse apartheid in de jaren tachtig heeft BDS steun gekregen van veel Amerikaanse campussen en kerken. Het wordt ook gesteund door veel progressieve Joodse groepen in de V.S., en vindt zelfs gehoor in het Amerikaanse Congres. In Groot-Brittannië heeft de methodistenkerk gestemd voor verdere steun aan BDS. In wezen, en zeker in het uiterste geval, zijn BDS-activiteiten een regelrechte uiting van antizionisme – oppositie tegen het bestaan van de staat Israël.

Hoe zit het met zulke vijanden dan met uw ‘vrienden’ thuis?

Met hen komt de fragiele aard van Israëls regering naar voor. In april van dit jaar kwam er een breuk in de coalitieregering van acht partijen, die grotendeels was gevormd om Benjamin Netanyahu van de macht af te houden, toen de Arabische partij Ra’am dreigde haar steun aan de coalitie in te trekken vanwege de botsingen op de Tempelberg. Op 20 juni was de coalitie uiteengevallen vanwege haar onvermogen om wetgeving, met name een begroting, vast te stellen. Toen de Knesset een week later werd ontbonden, was Israël een land zonder een functionerende regering en begroting – en met een record van vijf algemene verkiezingen binnen vier jaar. Het kleine land met in het hart ervan Jeruzalem blijkt zelfs voor zichzelf een struikelblok te zijn.

ONGRIJPBARE VREDE

Waarom heeft Israël – en Jeruzalem in het bijzonder – geen vrede? Ondanks de alom verkondigde nieuwe betrekkingen met sommige Golfstaten en een hartelijke relatie met Saoedi-Arabië, is Israëls veiligheid niet beter dan ooit. Waarom niet? Het antwoord is te vinden in een bron waar maar weinigen vandaag de dag rekening mee willen houden.

Zij die de moderne staat Israël stichtten, deden dat op basis van historische banden met het land. Maar historische banden alleen zorgen niet voor vrede en welzijn. In mei 1948, vlak voor het einde van het Britse Mandaatbestuur van het land dat het moderne Israël zou worden, stelden belangrijke Israëlische leiders een onafhankelijkheidsverklaring op die van kracht zou worden op het moment dat de Britse heerschappij op 15 mei 1948 om middernacht zou eindigen.

Zoals de Israëlische historicus Martin Kramer opmerkt in een reeks artikelen over de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring wilde David Ben-Goerion – de leider van het Volksregering, die spoedig premier zou worden van de nieuwe staat Israël – dat de verklaring acceptabel zou zijn voor zowel de religieuzen als de atheïsten. Vandaar dat er geen directe verwijzing naar de God van Israël verscheen in het uiteindelijke document. Dat Wezen werd slechts één keer genoemd, en wel met een eufemisme: “De Rots van Israël”, een formulering die voorkwam in het laatste deel van het document, net boven de plek voor de handtekeningen. De verklaring zei dat het land “gebaseerd zou zijn op vrijheid, rechtvaardigheid en vrede zoals de Profeten van Israël dat voor ogen hadden”, maar er werd niet verwezen naar de Thora, die ten grondslag ligt aan de geschriften van die profeten. De enige andere restanten van Israëls religieuze erfenis in het document waren de woorden die werden gebruikt om Israël te beschrijven en de geschreven tekst die voor het document werd gebruikt, een tekst die normaal voorbehouden is aan religieuze teksten.

Ondanks deze Bijbelse toespelingen ontbrak er een essentieel element. De verklaring richtte zich op de terugkeer van het Joodse volk uit de ballingschap die het had doorstaan, maar hun historische band met het land is eigenlijk gebaseerd op een ander element: een verbond dat de God van Israël met Zijn volk had gesloten. De voorwaarden van dat verbond waren door God bepaald, en de Israëlieten moesten het in zijn geheel aanvaarden – onderhandelen erover was niet mogelijk. Naar dit verbond wordt in de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring in het geheel niet verwezen, maar aangezien ballingschap uit het land altijd plaatsvond omdat de voorwaarden van dat verbond werden geschonden, zou men verwachten dat het volk dat naar het land terugkeerde zijn falen in het verleden zou erkennen en zich ertoe zou verbinden dit recht te zetten.

Toch ontbrak in de verklaring elke taal die gebaseerd was op het oorspronkelijke verbond op grond waarvan het land aan de voorouders van het moderne Israël was gegeven. Uiteindelijk was het een seculier document met een knipoog naar de orthodoxe gemeenschap.

PROFETIE GAAT BOVEN POLITIEK

De stichters van de staat Israël zagen hun natie in wereldse termen. Het moest een staat worden gebaseerd op Europese politieke en filosofische idealen, niet op een verbond met Degene die hun het land in de eerste plaats had gegeven – vandaar een groot probleem waar Israël vandaag de dag mee wordt geconfronteerd. Het verbond dat op de berg Sinaï werd gesloten voorzag in vrede met de buren als het werd nageleefd (Deuteronomium 28:7, 10), maar het beloofde voortdurende problemen en oorlogen als het werd genegeerd (Deuteronomium 28:15-20).

Vergelijk de moderne situatie met wat er meer dan 2.000 jaar geleden gebeurde, toen de stam van Juda terugkeerde naar Judea in de dagen van het Perzische Rijk. Ezra en Nehemia erkenden als leiders van het Joodse volk de centrale rol van het verbond voor het succes van hun terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Zij bevestigden opnieuw dat hun volk Gods Verbond aanvaardde (Nehemia 1:5; 9:32-38).

Net als de huidige Israëlische natie werd die jonge staat in de zesde eeuw v. Chr. geconfronteerd met vijandigheid van naburige volkeren – maar vasthouden aan de verbondsrelatie verzekerde hun veiligheid ondanks de vijandige omgeving waarin zij verkeerden. Bovendien schreven de profeten, die in de onafhankelijkheidsverklaring van het moderne Israël worden erkend, over een toekomstige terugkeer die zal zijn gebaseerd op een verbondsrelatie met God. Jeremia schreef dat Gods verbond op een dag zich door het volk zou worden eigen gemaakt, en niet slechts erkend door een paar verbale verwijzingen naar een document dat niemand volgt (Jeremia 31:31-34). Voor de profeet Micha was de God van Israël essentieel voor een vreedzaam bestaan in het land (Micha 4:6-13).

Het falen om volgens de voorwaarden van het verbond te leven leidde tot een nieuwe ballingschap uit het land. En het is interessant dat de Israëlische krant Haaretz in april van dit jaar de bewering van een prediker van Hamas publiceerde, die door naar schatting 73 procent van de Palestijnen wordt geloofd, dat de Koran een numerologische voorspelling bevat dat een grote gebeurtenis dit jaar zal leiden tot de ondergang van Israël. Hoewel we weten dat deze voorspelling niet zal uitkomen – Bijbelse profetie laat zien dat er vele belangrijke gebeurtenissen moeten plaatsvinden voordat niet-Joodse onderdrukkers het land aan het einde van dit tijdperk gaan bezetten – kunnen we begrijpen dat, zolang Israëlieten een verbondsrelatie met God verwaarlozen, verslechtering van de omstandigheden onvermijdelijk is.

Israël staat onder voortdurende druk van zijn vijanden, vooral van hen die door Iran worden gefinancierd. Zijn vijanden willen Israël vernietigd zien. Die strijd zal doorgaan totdat Israël de noodzaak van een verbondsrelatie met God erkent.