Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Challenge of Correcting a Child”, door Jonathan McNair, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van juli 2023.
Kinderen veranderen zo snel. Een pasgeboren baby begint te kruipen, daarna te lopen en uiteindelijk te rennen – en als ik terugkijk, lijkt het allemaal van de ene op de andere dag te gebeuren. Terwijl ze door elke fase gaan, brengen onze kleine kinderen ons vreugde en plezier. Hun blik van verbazing als ze beseffen dat ze helemaal alleen op hun mollige beentjes staan is onbetaalbaar en hun opwinding bij een simpel spel als verstoppertje met mama of papa kan de definitie van pure pret lijken.
Maar ouderschap is niet altijd pure pret– tenminste niet als we het serieus nemen. Hoe we onze kinderen onderwijzen en opvoeden zal de koers van hun toekomst bepalen, en dit is een ontnuchterend besef voor elke ouder. Hoewel we er misschien de voorkeur aan geven om alleen maar te lachen met onze kinderen, deinst een wijze ouder niet terug voor de uitdagende delen van de taak. En een van de meest uitdagende is het ontwikkelen van de vaardigheid om een kind te corrigeren, een verantwoordelijkheid die God ons opdraagt niet uit de weg te gaan. Er wordt ons gezegd: “Breng uw zoon gehoorzaamheid bij, en hij zal u rust geven en uw ziel genoegens schenken” (Spreuken 29:17).
Elke ouder kent het gevoel dat we soms alleen maar ‘nee, nee, nee’ zeggen – maar we kunnen onze plicht niet verzaken omdat deze soms onplezierig is voor zowel kind als ouder. Maar waarom zouden we onze kinderen corrigeren? En als correctie nodig is, hoe moeten we dat dan doen?
WAAROM CORRIGEREN?
God spreekt via het boek Spreuken als Hij tegen ons zegt: “Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet en heb geen afkeer van Zijn bestraffing. Want de HEERE straft wie Hij liefheeft, zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is” (Spreuken 3:11-12).
Wanneer we onze kinderen corrigeren, moeten we gemotiveerd worden door liefde, niet door zelfzuchtige redenen. Als we niet oppassen, kunnen we hen hard toespreken als ze ons tot last zijn. Misschien willen ze met een bal spelen of ons een spel laten zien dat ze hebben geleerd, maar zijn onze gedachten bij ‘belangrijkere’ taken en we vinden hun onschuldige aandringen vervelend. Als we zeggen: Zie je niet dat ik het druk heb? Val me nu niet lastig! corrigeren we zelfzuchtig.
En soms corrigeren we kinderen omdat ze ons in verlegenheid brengen. Misschien grijpen ze in de rij bij de kassa van de supermarkt naar snoeprepen in het schap en roepen we uit: Blijf daar vanaf!. Dat is prima, maar wat als ze zo afgeleid zijn dat ze ons niet horen en de schappen blijven verkennen – en andere klanten dat merken? Als we een verbaal spervuur ontketenen op een kind dat ons heeft genegeerd, corrigeren we dan werkelijk uit liefde of zijn we vooral boos omdat ze ons voor schut hebben gezet voor de kassière en andere klanten?
Een wijze ouder daarentegen zal kinderen leren wanneer het gepast is om te proberen de aandacht van een ouder te krijgen en wanneer niet. In plaats van uit te halen met ‘Ik heb het druk; val me niet lastig!’ zal een verstandige ouder leren dat er momenten zijn waarop een ouder niet mag worden gestoord. En zorgzame ouders zullen hun kind leren dat ‘niet aankomen’ ook ‘niet aankomen’ betekent lang voordat het een kwestie van publiekelijke verlegenheid wordt. Het leren van lessen in gehoorzaamheid kan op een dag zelfs het leven van een kind redden – en die lessen worden het beste geleerd als een kind ziet dat ze worden gemotiveerd door de liefde van een ouder.
HOE CORRIGEREN?
Hoe corrigeren we kinderen zodat ze een veilig, gezond en godvruchtig leven kunnen leiden? Overweeg deze drie punten.
Ten eerste: onderwijs. Mozes kreeg het bevel om Gods wetten aan de Israëlieten te onderwijzen, maar de ouders speelden een belangrijke rol: “U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat” (Deuteronomium 6:7). Hier leerde God de Israëlieten wanneer ze hun kinderen moesten onderwijzen: maak gebruik van de onderwijsmomenten door de dag heen. Wanneer praten we met onze kinderen? Spenderen ze meer tijd met ons of met het internet? Laten we apparaten – en dus andere mensen – de belangrijkste invloeden zijn op onze kinderen? Kinderen leren door het voorbeeld van anderen en als ouders hun kinderen niet leren hoe ze moeten handelen, praten en denken, dan doet iemand anders dat wel. De lessen die geleerd moeten worden veranderen van de tijd dat onze kinderen baby’s zijn tot de tijd dat ze tieners zijn, maar het fundamentele punt is hetzelfde: de juiste manier van handelen, praten en denken moet geleerd, uitgelegd en herhaald worden. Kinderen leren zeker door het voorbeeld van anderen, maar om hen de wereld om hen heen te leren begrijpen is weldoordacht, proactief onderwijs nodig. Kinderen nemen voortdurend informatie op uit hun omgeving – wat leren ze van de omgeving die wij hun geven?
Vervolgens, succesvolle ouders trainen hun kinderen. We lezen: “Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken” (Spreuken 22:6). Oefening baart kunst. Of het kind nu twee jaar of tien jaar oud is heeft natuurlijk invloed op de manier waarop een les wordt onderwezen, maar hoewel onderricht van vitaal belang is, is het niet genoeg – de volgende stap moet zijn: nu gaan we oefenen. Een ouder kan er zelfs een spelletje van maken om ‘delen te oefenen’, naast andere sociale en morele vaardigheden, met een kind.
Maar het mag niet alleen een spelletje zijn. Oefenen is pas succesvol als het regelmatig en consequent gebeurt. Voor een muzikant is 30 minuten oefenen per dag beter dan proberen om elke week op één dag drie uur te oefenen. Hetzelfde geldt als u met kinderen werkt. Zorg daarnaast voor zo min mogelijk afleiding. Iets proberen te oefenen onder veel afleidingen is een recept voor mislukking. En eis niet elke keer perfectie. Laat de training geen krachtmeting worden met uw kind – soms is het beter om een activiteit te stoppen en een ander moment te zoeken voor een nieuwe start.
Tot slot, test. Herinnert u zich dat uitstapje naar de supermarkt? Dat was zeker geen goed moment voor onderricht of training – er zijn veel te veel afleidingen in de rij voor de kassa om een les te laten bezinken. En we gaan er maar één keer per week heen of zo, terwijl onderwijs en oefening elke dag vereist is. Maar het was een test – en we komen voortdurend ‘testen’ tegen wanneer onze kinderen het leven buiten de vertrouwde omgeving van thuis ervaren. Misschien wil een van onze kinderen onze aandacht terwijl we in gesprek zijn in de kerk. Hebben we het kind geleerd en getraind om respectvol te wachten tot we onze aandacht van het gesprek afwenden? Of zal het kind ongeduldig roepen en proberen onze aandacht te krijgen? Hoe ze zich gedragen zal ons laten zien hoe effectief ons onderwijs en onze training zijn geweest.
Als kinderen het niet zo goed doen bij hun ‘testen’, wat moeten we dan doen? Opnieuw onderwijzen! Ze hebben gewoon een fout gemaakt en nu weten we dat we meer moeten oefenen. Of misschien begrepen ze niet hoe ze de les in een bepaalde situatie moesten toepassen. Geen probleem, alleen opnieuw onderrichten en nog wat meer oefenen.
Er is geen grotere vreugde voor een ouder dan zijn of haar kind te zien opgroeien tot een succesvolle en gelukkige volwassene. Als ouders willen we dat onze kinderen de waarden en manier van leven omarmen die ons dierbaar zijn. Als we van hen houden, zullen we ons wijden aan het onderwijzen en oefenen van hen en ons best doen om hen op jonge leeftijd wijs en vaardig te corrigeren.
Als dit onze consequente aanpak is, zullen we vandaag Gods visie voor de gezinnen van morgen weerspiegelen: “Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist. Eer je vader en moeder (dat is het eerste gebod met een belofte), opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde. En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere” (Efeze 6:1-4).