PROFETIE KOMT TOT LEVEN
BRON: Tomorrow's World May / June 2013
Toen de ogen van de wereld op de voormalige Jorge Mario Bergoglio vielen, vroegen sommigen zich af of hij de geprofeteerde laatste Rooms Katholieke paus zou zijn, voordat Jezus Christus terugkeert. Anderen stellen echter een fundamenteler vraag: "is hij werkelijk de opvolger van de Apostel Petrus"?
De keuze van Bergoglio's pauselijke naam - Franciscus I - was opvallend genoeg. Het herinnert ons aan de middeleeuwse Franciscus van Assisi, stichter van de Franciscaner religieuze orde. Die "Franciscus" was bekend om zijn rondtrekkende prediking, eenvoudige levensstijl - en zijn vastgestelde missie om de Roomse Kerk te "herstellen" . Maar het is niet deze associatie met Assisi of zijn training als een Jezuïet, dat aan paus Franciscus zijn veronderstelde autoriteit geeft. Het is meer zijn aangenomen erfenis als de opvolger van de Apostel Petrus, die door de Rooms Katholieken als de eerste bisschop van Rome wordt beschouwd.
- Maar werd het pausdom van Franciscus honderden jaren op voorhand voor speld?
Sommigen hebben naar de mysterieuze "profetie van St. Malachy" verwezen - naar men beweert het werk van een monnik uit de twaalfde eeuw. Hoewel het voor het eerst verscheen in 1590 - en nu wijd en zijd als een vervalsing wordt beschouwd - als bewijs dat Franciscus werd voorspeld als de laatste paus vóór de terugkomst van Christus. De "profetie" bevat een lijst van meer dan honderd korte lijfspreuken, vermeld om meer dan honderd pausen te beschrijven, te beginnen met Celestine II. (Die het ambt uitoefende van 1143-1144) Als wij vooruit tellen zou de profetie de één na laatste lijfspreuk op de lijst verbinden met de nu gepensioneerde Benedictus XVI.
- Zou Franciscus I nu de laatste paus zijn?
Zelfs de voorstanders van de profetie erkennen dat het antwoord "nee" is. DeKatholieke Encyclopedie verklaart: "betreffende Petrus Romanus moet worden opgemerkt - die volgens de lijst van Malachy de laatste paus zou worden - dat de profetie niet zegt, dat er geen pausen tussentijds zullen komen tussen hem en zijn voorganger, de benoemde Gloria olivae. Het zegt enkel, dat hij de laatste kan zijn, zodat wij zoveel pausen kunnen veronderstellen als wij willen vóór 'Petrus de Romein' ". (Artikel: "profetie")
- Als Franciscus I de laatste paus zou moeten zijn, wat kunnen wij dan leren over zijn betrekking tot de eerste bisschop van Rome?
De veronderstelling van het pauselijk ambt, gebaseerd op apostolische opvolging van Petrus, is eeuwenlang een standaard Rooms Katholieke leerstelling geweest. Het berust op een bepaalde interpretatie van één sleutelpassage van de Bijbel, waarin Jezus verklaarde, "u bent Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen. En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn". (Matteüs 16:18-19)
Wij moeten echter opmerken, dat in de originele Griekse tekst de verklaring van Jezus feitelijk een woordspeling is. Het Griekse woord voor "Petrus" is petros (wat betekent: een kleine steen) en het Griekse woord voor "rots" petra is. (hetgeen betekent: een grote rots of berg) De Bijbel laat duidelijk zien, dat Jezus Christus de "rots" is, waarop de Kerk gesticht werd. (Zie 1 Korintiërs 10:4; 1 Petrus 2:4-8; zie ook Psalm 118:22; Jesaja 28:16) Jezus verwees naar Zichzelf en Zijn leerstellingen als de petra, waarop de Kerk gesticht moest worden en erkende Petrus (een petros) als één van de fundament stenen. Dit komt overeen met andere verzen, die laten zien dat de Kerk niet alleen gegrondvest was op Petrus, maar "gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is". (Efeze 2:20)
Petrus in Rome?
Bij nader onderzoek is zelfs het veronderstelde vroegere bewijs van Petrus - die in Rome leefde, werkte en stierf als martelaar - niet overtuigend. Het boek Handelingen zegt niets over waar Petrus naar toe ging nadat hij werd vrijgelaten uit de gevangenis in Jeruzalem rond 33 n. Chr. - het zegt slechts "hij reisde naar een andere plaats". (Handelingen 12:17) Volgens de Bijbel confronteerde Paulus in Antiochië Petrus met de kwestie van besnijdenis in ca. 45 n. Chr. (Galaten 2:11-16) en Petrus verscheen rond 49-50 n. Chr. (Handelingen 15:5-6) in Jeruzalem voor een conferentie. Petrus was echter op dat moment, volgens Katholieke traditie reeds enkele jaren de bisschop van Rome! De suggestie dat de groet van Petrus uit "Babylon" (1 Petrus 5:13) betekent dat hij het boek in Rome schreef in ca. 60-64 n. Chr. - is slechts een veronderstelling. De eerste cryptische verwijzing naar Rome als "Babylon" vindt men in Openbaring 17:5, ongeveer 30 jaar later geschreven! Het is interessant dat Katholieke wetenschappers willen dat de verwijzing van Petrus naar "Babylon" - om Rome aan te duiden - is, om het denkbeeld dat hij in Rome werkte, te bevestigen. Toch mijden zij elk gesuggereerd verband tussen Rome en de vrouw, waarnaar verwezen wordt als "geheimenis, het grote Babylon" in Openbaring 17:5. Dit klopt niet met de Bijbel!
Zelfs de beweerde locatie van Petrus' graf - vermoedelijk onder het altaar in de St. Pieter Kathedraal in Rome - is hoogst twijfelachtig. Hoewel paus Pius XII in 1950 aankondigde dat de relikwieën van Petrus waren gevonden, werd door botonderzoek door wetenschappers zijn bewering nietig verklaard. (TIME, 1 januari 1951) Paus Paulus VI deed een zelfde bewering in 1968, maar veel wetenschappers bleven niet overtuigd. Een meer recente tekst verklaart, "omdat alle betrouwbare informatie over de plaats van de terechtstelling van Petrus en begrafenis ontbreekt, blijven de mogelijkheden hieromtrent voortduren, zoals zoveel open vragen". (History of the Church - [Geschiedenis van de Kerk] - Jedin, pag. 118) Niets werd bewezen over noch de dood, noch de begrafenis van Petrus in Rome - het berust allemaal op dubieuze tradities!
Ontwikkeling van een dogma
- Als er dus geen historisch bewijs is dat Petrus ooit in Rome was, dat hij daar een kerk stichtte of zelfs dat hij daar stierf, hoe en waaromontwikkelde het denkbeeld zich van het pauselijke ambt, gebaseerd op opvolging van Petrus?
Twee informatieve boeken door bekende Rooms Katholieke wetenschappers geschreven, (Saint and Sinners - [Heiligen en zondaren] - door Dr. Eamon Duffy van de Cambridge Universiteit en The Catholic Church - [de Katholieke Kerk] - door Dr. Hans Küng van de Universiteit van Tubingen) erkennen dat niets in het Nieuwe Testament Petrus in verband brengt met Rome. De Bijbel openbaart dat de Apostel Paulus het boek Romeinen schreef en dat Paulus zelfs verzuimt om Petrus te noemen in de groeten, die hij overbrengt aan meer dan 20 broeders in Rome. (Romeinen 16) Toen Paulus naar Rome kwam in ca. 64 n. Chr. ontdekte hij dat de Joodse leiders daar niets gehoord hadden over het Evangelie van Gods Koninkrijk. (Handelingen 28:17-24) Als Petrus op dat moment al 25 jaar de bisschop van Rome was geweest, zou de boodschap van Christus daar dan werkelijk onbekend zijn geweest?
Het denkbeeld dat Petrus in Rome was, is een veronderstelling uit de tweede eeuw n. Chr. en dat tot bekendheid groeide in de vierde eeuw n. Chr. - nadat Constantijn zijn versie van Christendom de officiële religie van het Romeinse Rijk maakte. Wetenschappers Duffy en Küng laten zien hoe bisschoppen van Rome zich inspanden om superioriteit te verwerven over andere kerken door hun aanspraken in intriges. Irenaeus van Lyon stelde een lijst samen, dat de leiders van de Roomse Kerk beweerde terug te voeren naar Petrus en Paulus. Hoe dan ook, zoals Küng naar voren brengt, "bisschoppen van de Katholieke kerk, (zoals, die van de Anglicaanse en Orthodoxe kerken) zijn er trots op om zich 'de opvolgers van de Apostelen'...... te noemen ..... [toch] ..... kan het niet bevestigd worden dat de bisschoppen de 'opvolgers van de apostelen' zijn in de rechtstreekse en exclusieve zin ..... de vroegste lijst van bisschoppen [samengesteld door Irenaeus] .....is een vervalsing uit de tweede eeuw". (Küng, pag.30-31)
Tegen het einde van de tweede eeuw n. Chr. probeerde bisschop Victor van Rome om de kerken van Klein Azië te dwingen om het Roomse Paaszondag te vieren in plaats van het Pascha, maar zijn inspanningen werden tegengehouden door de leiders daar, die hun viering van het Pascha traceren naar de leerstellingen en voorbeeld van de Apostel Johannes. Rond 250 n. Chr. eiste een bisschop van Rome, Stephen genaamd, de superioriteit op over andere kerken in een discussie over welke de betere traditie had, maar de andere kerken weerstonden zijn eis. (Küng, pag. 49) Een bisschop van Rome - Damasus genaamd (ca. 380 n. Chr.), omschreven als een "meedogenloze macht curator", gebruikte het gezegde over Petrus als de "rots" om zijn eisen voor macht te ondersteunen. Hij sprak ook over zijn "apostolische zetel", alsof geen andere kerk van belang is en hij bouwde monumenten voor martelaren om de positie van de Roomse Kerk te versterken. (Duffy, pag. 37-39)
Het is belangrijk om er aan te denken dat - hoewel al deze bisschoppen van Rome tegenwoordig "pausen" worden genoemd - de eerste, die deze exclusieve titel werkelijk opeiste, Siricius was. (ca. 390 n. Chr. Tegen 450 n. Chr. "hamerde" Leo de Grote "op" het verband tussen Rome en het pausdom en vergeleek zelfs het stichten van de Roomse Kerk door Petrus en Paulus met de stichting van Rome door Romulus en Remus. (Duffy, pag. 43-44) Bij het concilie van Chalcedon (451 n. Chr.) verklaarden de aanhangers van Leo, "Petrus had gesproken door Leo" (Duffy, pag. 45), maar het concilie wees de expansiegerichte aanspraken op superioriteit af en gaf Rome en Constantinopel dezelfde status. (Küng, pag. 64-65)
Leerstellingen uit het heidendom
Als wij Rooms Katholieke leerstellingen werkelijk vergelijken met de Bijbel worden opvallende verschillen/tegenstellingen duidelijk. De Bijbel openbaart dat Jezus Christus, de Apostelen en de vroege Kerk allen de zevende dag Sabbat en de bijbelse Feestdagen vierden. (Lukas 4:16; Johannes 7:8-10; Handelingen 17:2; 1 Korintiërs 5:7-8) De Roomse kerk begon zich echter rond de tijd van Constantijn de zondagsviering, Paaszondag, Kerstmis en een massa "heilige dagen" toe te eigenen uit het heidendom - hoewel er geen bijbels traditie of gebod is om dit te doen en de Bijbel feitelijk waarschuwt tegen het aannemen van heidense praktijken. (Zie Deuteronomium 12:29-32; Jeremia 10:2)
De Bijbel laat zien dat de vroege Kerk onderwees dat het Koninkrijk van God op deze aarde gevestigd zal worden bij de terugkomst van Jezus Christus. Maar de Roomse kerk heeft onderwezen, dat zij het Koninkrijk is en heeft de ware bijbelse leerstelling - dat Christus letterlijk zal terugkeren om op de aarde te regeren - als ketterij verworpen. De Roomse kerk onderwijst dat Maria, de moeder van Jezus een eeuwige maagd bleef; de Bijbel laat echter duidelijk zien, dat zij na Jezus meer kinderen had. (Markus 3:31-32; Lukas 8:19-21) Hoewel Petrus en andere Apostelen getrouwd waren (Markus 1:30; 1 Korintiërs 9:5), heeft de Roomse kerk een "systeem" van het priesterlijk celibaat ingevoerd, ondanks de duidelijke bijbelse instructie, dat het verbieden van een huwelijk, een door Satan geïnspireerd denkbeeld is. (1 Timoteüs 4:1-3) Het is ook interessant op te merken dat - in tegenstelling tot de al lang bestaande Rooms Katholieke gewoonte om te knielen om de ring van een bisschop of paus te kussen - de Apostel Petrus een dergelijk eerbetoon weigerde. (Handelingen 10:25-26) Dit zijn slechts een paar van de vele voorbeelden van hoe de Roomse kerk afgeweken is van de apostolische lering!
Meer dan 1500 jaar hebben ambitieuze personen getracht om het Rooms Katholieke bisschopsambt van Rome te gebruiken om hun aanspraken op wereldautoriteit te bevorderen en sociale, politieke, theologische, legale - en zelfs militaire - druk te gebruiken, samen met misleiding en vervalsing om hun doelen te bereiken. Deze slimme en vaak gewetenloze mannen zijn afgeweken van de doctrines van de vroege Kerk. Echter, zelfs veel Katholieke wetenschappers erkennen de leugen van de aanspraken van Rome. Zoals Küng duidelijk verklaart, "de aanspraken, die zij maakten zouden geen bijbelse en theologische grondhebben, maar gedurende de afgelopen eeuwen zijn deze [aanspraken] de wet van de kerk ingekomen en als feiten aanvaard. Voor veel mensen vandaag - zowel binnen als buiten de Katholieke Kerk - lijkt wat de Romeinse bisschoppen van de vierde en vijfde eeuw aan zichzelf toegeschreven hebben in een groeiende bewustwording van hun macht, van oorsprong katholiek te zijn". (Küng, pag. 50) Zo zien wij dat de aanspraken van pauselijke ambten, gebaseerd op apostolische opvolging van Petrusniet op betrouwbaar bewijs berust, maar op dogma - denkbeelden, met autoriteit verklaard, maar tekortschiet in echt historisch bewijs! In de laatste onderzoeken berusten deze aanspraken niet op geschiedenis of op de Bijbel, maar op dubieuze menselijke tradities!
Profetische betekenis
- Hoe hebben deze ernstige historische feiten tegenwoordig betrekking op ons?
Franciscus I kan zich presenteren als een hervormer, toegewijd aan het herstel van een kerk in crisis. Een nader onderzoek openbaart toch, zoals wij hebben gezien dat het fundament van de kerk van Franciscus is gebouwd op bewuste veronderstellingen en de handhaving van valse leerstellingen.
Dit moet geen verrassing zijn voor Bijbelkenners. De Apostel Paulus waarschuwde dat religieuze leiders zouden vertrekken uit de ware Kerk en valse en misleidende leerstellingen gebruiken om volgelingen te verwerven. (Handelingen 20:29-37) Paulus waarschuwde ook dat aan het einde van het tijdperk veel mensen"hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels". (2 Timoteüs 4:1-4) Verder waarschuwde Paulus dat net vóór de terugkomst van Jezus Christus een machtige en invloedrijke religieuze leider wonderen zou doen, die veel mensen kanmisleiden om in leugens te geloven - omdat zij aan de waarheid niet meer denken of liefhebben. (2 Thessalonicenzen 2:1-12) Deze valse religieuze leider zal samenspannen met een machtige politieke leider, die gezag zal verkrijgen over een herleefd Romeins Rijk, dat in Europa zal verschijnen. (Zie Openbaring 13: Openbaring 17; Daniël 2)
Het is te vroeg om de omvang te peilen van de waarschijnlijke invloed van Franciscus op eindtijd gebeurtenissen. Toen Kardinaal Jozef Ratzinger in april 2005 paus Benedictus XVI werd hebben sommigen overhaast aangenomen, dat hij de laatste paus zou zijn vóór de terugkomst van Jezus Christus. Zij waren verkeerd. Denkt U er aan dat Johannes Paulus I in 1978, het jaar van drie "pausen" slechts 33 dagen diende. Het pausdom van Franciscus kan kort zijn en de weg bereiden voor een meer charismatischer opvolger - of het kan langdurig zijn en vol tragedie. Wat wij weten is dat, gebaseerd op het duidelijke verslag van de geschiedenis en de Bijbel - de aanspraak van Franciscus om de opvolger van Petrus en de tegenwoordige bekleder van de autoriteit van Christus te zijn - een vergaloppering is, gebaseerd op menselijke tradities, niet op het Woord van God. Christenen moeten op hun hoede zijn en niet misleid worden door valse aanspraken, vooral als het einde van het tijdperk nadert en religieuze misleidingen toenemen.
• • • • • • •
Om meer te leren over de Eindtijd, kunt U ons boekje Het Beest van Openbaring aanvragen.
Om meer te leren over het verbazingwekkend plan dat God in bewaring heeft voor de wereld , kunt U ons boekje Openbaring: Het Mysterie Ontsluierd!aanvragen.