BRON: LCN - maart - april 2003
De "Nacht van waken"
Wat is de ware betekenis van de gebeurtenis, die door de Kerk van God gevierd wordt aan het begin van de eerste heilige dag van de Dagen van Ongezuurde Broden? Traditioneel kwamen de geloofsgenoten op die avond samen in kleine groepen voor een feestelijke gebeurtenis van eten en broederschap. Waarom? Wij beginnen geen enkele andere Heilige Dag zoals Pinksterfeest of Trompettenfeest op deze manier.
-
Heeft U een duidelijk begrip waarom deze specifieke avond apart is gezet met zo'n speciaal doel - waarom het de avond is die het vlijtigst gevierd(SV) moet worden?
-
En begrijpt U hoe wij deze avond dan daadwerkelijk dienen te vieren?
-
Wat zegt de Bijbel over dit belangrijke onderwerp?
Wij beginnen de Dagen van Ongezuurde Broden met een speciale avond op basis van de instructies die in Exodus gegeven zijn: "En na vierhonderd en dertig jaar, juist op de dag af, gingen al de legerscharen des HEREN uit het land Egypte. Een nacht van waken [die op het vlijtigst gehouden moet worden, SV] was dit voor de HERE, om hen uit het land Egypte te leiden. Dit is de nacht van waken ter ere van de HERE voor alle Israëlieten in hun geslachten" (Exodus 12:41-42).
Sommigen hebben beweerd dat de nacht waar hier over gesproken wordt in feite de avond van het eerste Pascha is. Is dit werkelijk het geval? Gods Kerk viert het Pascha op de avond waarmee 14 Abib begint. Vierentwintig uur later, wanneer wij verzameld zijn voor de Nacht van Waken, verzamelen zich de huidige Joden voor een feestelijke maaltijd met familie en vrienden voor het houden van wat zij "het Pascha" noemen. Dit heeft sommigen verkeerd doen concluderen dat de Kerk tegenwoordig het Pascha een dag eerder houdt dan wat God vastgesteld heeft in het boek Exodus.
-
Wat was Christus' voorbeeld?
-
Was het laatste avondmaal van Jezus en Zijn discipelen feitelijk het Pascha, of simpelweg een nieuwe viering die een dag eerder gehouden werd?
Om goed te begrijpen wat de Nacht van Waken inhoudt is het nodig dat wij zijn relatie met het Pascha begrijpen.
De relatie tussen het Pascha en Ongezuurde Broden
Het onderscheid tussen Pascha en het Feest van Ongezuurde Broden wordt duidelijk gemaakt in Leviticus: "In de eerste maand, op de veertiende der maand, in de avondschemering, is het Pascha voor de HERE. En op de vijftiende dag van deze maand is het feest der Ongezuurde Broden voor de HERE, zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten" (Leviticus 23:5-6). Let u, voordat wij de verschillen in tijdstippen nader bestuderen, op het verschil in symboliek.
Het Pascha stelt Gods verlossing van Zijn volk voor. De Israëlieten waren slaven in Egypte, en de Schepper God had Mozes naar Farao gestuurd met een boodschap om hen te laten gaan zodat zij Hem konden dienen. Farao weigerde Gods bevel te gehoorzamen en gedurende een periode van tijd werden deze opstandige koning en zijn volk geslagen met plaag na plaag. De laatste plaag die God over de Egyptenaren wilde laten komen was de dood van de eerstgeborenen. God zei de Israëlieten om speciale voorbereidingen te treffen, die hen in staat zouden stellen om aan deze verschrikkelijke plaag te ontkomen. Elke gezin moest een lam uitkiezen op de tiende dag van de eerste maand, en het bewaren tot de veertiende dag. Tijdens de avondschemering op de veertiende dag moesten zij het lam slachten en roosteren, nadat zij het bloed eruit hadden laten lopen in een vat. Het bloed van het geslachte lam moest gebruikt worden om de deurposten en bovendrempels van hun huizen te markeren. Die nacht moesten zij in hun huizen blijven tot de morgen (Exodus 12:22) en het geroosterde lam eten met ongezuurd brood en bittere kruiden. Mozes vertelde de Israëlieten dat God om middernacht "de verderver" door het land zou sturen (vers 23) om de eerstgeborene in ieder huis dat het bloed van het lam niet op de deurpost had te doden.
Dit vertegenwoordigt het eerste deel van Gods grote verlossingsplan. Het Pascha herinnert ons er aan dat God Zijn liefde aan ons bewijst in het feit dat - terwijl wij nog zondaren waren - Christus voor ons stierf (Romeinen 5:8). Jezus Christus kwam als het Lam van God om de zonde van de wereld weg te nemen (Johannes 1:29). De Apostel Paulus legde uit: "Want ook ons paaslam is geslacht: Christus" (1 Korintiërs 5:7).
Wij moeten echter onthouden dat het Pascha het beginpunt is - niet het einde - van het plan. Op de avond van het Pascha kreeg het oude Israël een ontheffing van de doodstraf, daarmee het toneel zettend voor een van de grootste en meest dramatische gebeurtenissen van de geschiedenis: de Uittocht uit Egypte. Hun verlossing typificeerd de manier waarop Christenen gerechtvaardigd en onschuldig gemaakt worden voor God.
-
Ten eerste hebben wij Gods genade nodig, gegeven door God de Vaders gift van Zijn eniggeboren Zoon, die in onze plaats stierf en de straf van de zonde voor ons onderging (Johannes 3:16; Romeinen 3:24-25).
-
Ten tweede moeten wij reageren op Gods genade met geloof en bekering(Romeinen 5:1-2; Handelingen 3:19). Bekering - een afkeren van zonde en zich keren tot God - vloeit voort uit geloof.
De Israëlieten van vroeger kregen geen ontheffing van de dood zodat zij slaven in Egypte konden blijven, net zo min als wij Gods genade ontvangen, die ons verleend wordt door het offer van Zijn Zoon zodat wij slaven kunnen blijven van de zonde.
De oorspronkelijke zeven dagen van Ongezuurde Broden waren de week van de Uittocht, beginnend met het wegtrekken van Israël uit Egypte "door een opgeheven hand" en eindigend toen zij de Rode Zee doortrokken, de Egyptische slavernij achterlatend. Wanneer wij de Dagen van Ongezuurde Broden vieren, vieren wij Gods bevrijding van Zijn volk uit de slavernij. Het Pascha vertegenwoordigt onze verlossing van de dood door het offer van Christus, en Ongezuurde Broden herinnert ons er aan dat God ons volledig zal bevrijden van de slavernij van de zonde als wij Zijn genade beantwoorden door te volgen waar Hij ons leidt. Dit moet onze beantwoording zijn aan de genade die God vrijelijk aanbiedt. Ondanks dat Israël voor de woede van de Eeuwige werd gespaard tijdens de nacht van het Pascha, zou ieder die geweigerd had Gods leiding te volgen, achtergebleven zijn in Egypte als Farao's slaven.
Degenen die het Pascha en Ongezuurde Broden met elkaar verwarren verliezen zicht in het feit, dat twee onderscheiden gebeurtenissen opgemerkt dienen te worden door Gods volk.
-
De eerste is onze verlossing van de dood, en
-
de tweede is onze verlossing van de slavernij van de zonde. Zij zijn onverbiddelijk met elkaar verbonden, toch ook verschillend en gescheiden.
De Tijdsbepaling Nader Onderzocht
Gedurende vele jaren hebben mensen zich afgevraagd of het eerste Pascha ook de avond was waarop de Uittocht of de "Exodus" begon. Als dat waar was, zou dat Pascha gevierd hebben moeten zijn op de avond die het einde van de veertiende en het begin van de vijftiende dag markeerde. Anders gezegd, verwijst de term "tussen twee avonden" (SV) of "in de avondschemering" (NBG'51) naar heteinde of het begin van de dag? De Bijbel geeft een duidelijk antwoord. Wij zullen hier kort bij stil staan.
Let op het feit dat Exodus 12:6 stelt: "En gij zult het [lam] bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering". De Hebreeuwse uitdrukking vertaald met "in de avondschemering" in de NBG'51 vertaling is in de Statenvertaling letterlijk vertaald met "tussen twee avonden". Deze term wordt een aantal keren in het Oude Testament gebruikt en die verschillende keren tonen aan wat het feitelijk betekent.
De schemering, oftewel de periode tussen zonsondergang en totale duisternis, is de juiste betekenis van "tussen twee avonden", ondanks latere Joodse traditie. De schemering uitleggend als de namiddag tussen de middag en zonsondergang was gewoonweg een poging van de Farizeeën om hun traditie te rechtvaardigen van een namiddag Pascha offer en dit terug in de tekst te lezen. Zoals Christus op verschillende plaatsen aangaf gaven zij hun traditie meer gewicht dan de duidelijke tekst van de Schriften.
Het Hebreeuwse woord dat normaliter vertaald wordt met avond is ereb, en verwijst naar de periode die begint met zonsondergang. Dit wordt duidelijk gemaakt in verzen zoals Leviticus 22:6-7 en Jozua 8:29 waar de avond [ereb] gelijk gesteld wordt met zonsondergang en duidelijk het einde markeert van de oude dag en het startpunt van de nieuwe. De term die in Exodus 12:6 gebruikt wordt, beyn ha'arbayim, wordt slechts op een paar plaatsen in het Oude Testament gebruikt. Naast de beschrijving van het tijdstip waarop het Pascha geslacht moest worden, wordt deze term ook gebruikt om het tijdstip aan te duiden waarop de Israëlieten de kwakkels mochten slachten en klaarmaken in Exodus 16:12 en tevens de tijd waarop de priesters de kandelaar in de tabernakel moesten aansteken in Exodus 30:8. Het is vrij logisch dat de kandelaar aangestoken moest worden tijdens de schemering (na zonsondergang, maar voordat het echt donker werd). Het verslag van de kwakkels, wanneer het aandachtig bestudeerd wordt, verklaart veel.
Exodus 16 legt uit dat op de vijftiende dag van de tweede maand de Israëlieten begonnen te klagen over eten en uitriepen dat zij van honger om zouden komen. Dit was duidelijk een Sabbat, omdat God hen manna beloofde te geven op de volgende ochtend en het hen zes opvolgende dagen gaf. Op de zevende dag, Gods Sabbat, ontvingen zij niets.
Let nu op het geven van de kwakkels. Dit werd gestuurd op de avond voordat het eerste manna kwam. Ze ontvingen de kwakkels tijdens de schemering (vers 12). Begrijpt u het belang van dit verslag? Het toont duidelijk aan dat de schemering hetbegin van de eerste dag van de week inhield, niet het laatste deel van de Sabbat. God wilde niet dat de Israëlieten eten verzamelden en klaarmaakten op de Sabbat (vgl. vers 22-23). Dit wonder van de kwakkels beschrijft het begin van Gods wonderbaarlijke bewijs van welke dag de Sabbat is.
Overweeg nu de implicaties hiervan voor het tijdstip van het Pascha. Exodus 16 laat zien dat de periode van schemering het begin van de eerste dag van de week was, en dus betekent ook de schemering in Exodus 12 het begin van de veertiende dag van de eerste maand, niet het einde.
Dagen beginnen en eindigen bij zonsondergang, niet bij de volledige duisternis die er ongeveer een uur later is. Ereb, verwijzend naar zonsondergang, betekent het einde van de oude dag en beyn ha'arbayim ("schemering" of letterlijk "tussen de twee avonden") betekent altijd het begin van de nieuwe dag, zoals Exodus 16 aantoont.
Let ook op een aantal andere punten die ons helpen het tijdstip van het Pascha te bewijzen. Let allereerst op de oorsprong van het feest zelf. Exodus 12:27 laat zien dat de naam ontstond omdat God "voorbijging" aan de huizen van de kinderen van Israël. Het slachten van het lam, smeren van het bloed aan de deurposten, roosteren en eten van het lam en de "verderver" die voorbijging, gebeurden allemaal binnen een periode van ongeveer zes uur en moeten plaatsgevonden hebben op 14 Abib, de enige dag die ooit geïdentificeerd is in Gods Woord als het Pascha voor de HERE (Leviticus 23:5).
In Numeri 28 en 29 vinden wij een gedetailleerde lijst van offers die in de tabernakel aangeboden werden, de tijd beslaand van het ochtend- en avondoffer en de offers voor de wekelijkse Sabbat, voor de eerste dag van de maand (de nieuwe maan) en voor iedere feestdag. Een zeer interessant punt is dat de veertiende dag van de eerste maand duidelijk geïdentificeerd wordt als het Pascha, en onderscheiden wordt van de vijftiende - die bepaald is als het begin van het Feest van Ongezuurde Broden (Numeri 28:16-17). Echter, in tegenstelling tot alle andere dagen, die vermeld worden in deze twee hoofdstukken wordt er geen speciaal tempeloffer bestemd voor het Pascha. Van alle feestelijke gebeurtenissen was alleen het Pascha een huiselijk-bepaalde ceremonie in plaats van een tempelceremonie. Let ook op het feit dat de tempeloffers aangeboden op 15 Abib herhaald werden tijdens de volledige zevendaagse periode, duidelijk aanduidend dat 15 Abib en de zes volgende dagen als één en hetzelfde feest gezien moesten worden, gescheiden van het feest op 14 Abib.
In het Nieuwe Testament noemen de Evangeliën herhaaldelijk Jezus' laatste maaltijd met Zijn discipelen "het Pascha". De discipelen vroegen, "Waar wilt Gij, dat wij toebereidselen maken voor U om het Pascha te eten?" en wij worden duidelijk verteld dat de discipelen vervolgens "het Pascha gereed maakten" (Matteüs 26:17-20). Er is geen indicatie dat zij verbaasd waren over het tijdstip van de maaltijd, of dat het verschilde van het Pascha dat zij gewend waren.
Verder, Christus was ons Pascha, geofferd voor ons. De symboliek past alleen wanneer wij inzien dat Christus' introductie van de nieuwe symbolen als een herinnering, Zijn arrestatie en geseling, zowel als zijn kruisiging en dood, allen plaatsvonden op de veertiende dag van de eerste maand, de dag die in verschillende Oudtestamentische teksten "JHWH's Pascha" genoemd wordt. Tegen de zonsondergang waarmee 15 Abib begon, was Jezus dood en begraven, en alle symboliek van het Pascha was voleindigd. Er was duidelijk geen deel van de Nieuwtestamentische vervulling van het Pascha dat plaatsvond na zonsondergang op 14 Abib. Dus zien wij dat Jezus sliep in het graf tijdens de schemering waarmee 15 Abib begon en waarmee de vervulling van de Pascha symboliek voltooid werd.
Een Moeilijkheid Ophelderen in "Deuteronomium 16"
Sommigen hebben onterecht gedacht dat Deuteronomium 16:1-8 de avond van het Pascha en de eerste avond van Ongezuurde Broden als één en dezelfde avond voorstelt. Bij zorgvuldige bestudering zien wij echter dat deze verzen iets heel anders uitleggen.
Ten eerste moeten wij onthouden dat de Torah zo nu en dan aangepast werd, om zijn terminologie "bij de tijd" te houden, tot aan de dagen van Ezra. Een klassiek voorbeeld vinden wij in Genesis 14:14, waar staat dat Abram de koningen, die Sodom geplunderd en Lot en zijn familie gevangen genomen hadden, achtervolgde "tot Dan toe". Hoewel de locatie van Abram's achtervolging in de latere geschiedenis van Israël bekend kwam te staan als "Dan", was deze naam nog niet bekend tijdens Mozes' leven - en zeker niet in de tijd van Abraham! Dan was Abraham's achterkleinzoon. Richteren 18:29 maakt het duidelijk dat deze stad, eerder bekend onder de naam Lais, zijn naam veranderd zag in Dan in de tijd van de Richteren, lang na de dood van Mozes en Jozua. Een latere redacteur, mogelijk Ezra, plaatste "Dan" in plaats van de vroegere plaatsnaam, zodat lezers in zijn generatie zouden begrijpen waar deze oude strijd plaatsvond.
In later gebruik waren de Israëlieten er aan gewend geraakt dat de naam "Pascha" verwees naar de volledige achtdaagse periode van Pascha en Ongezuurde Broden, net zoals wij in de Kerk van God gewoonlijk "het Feest" zeggen wanneer wij de achtdaagse periode van het Loofhuttenfeest en de Laatste Grote Dag bedoelen. Ezechiël 45:21 en Lucas 2:41-43 zijn twee voorbeelden van dit "insluitende" gebruik van de term "Pascha". Deuteronomium 16 gebruikt "het Pascha" in deze omvattende betekenis wanneer het, het Feest van Ongezuurde Broden beschrijft. In feite is het hele onderwerp van Deuteronomium 16 dat van de drie "pelgrimsfeesten". En verder benadrukt Deuteronomium 16:1 Gods bevrijding, en de nacht waarin Hij Israël uit Egypte bracht - niet de "verderver" die aan de huizen voorbijging die gemarkeerd waren met het bloed van het lam.
De vertaling van het Jewish Publication Society [Joods Publicatie Genootschap] helpt de juiste betekenis van het tweede vers op te helderen: "En gij zult offeren het pascha-offer voor de HERE uw God, van de schapen en runderen in de plaats die de HERE zal kiezen om daar Zijn naam te doen wonen" (vers 2). Wat waren deze Pascha-offers van "schapen en runderen"? Exodus 12:5 maakt het duidelijk dat het Pascha maal gevierd aan het begin van 14 Abib een lam van een jaar oud moest zijn, genomen "van de schapen of van de geiten". Het was niet toegestaan een stier of een os van de "runderen" te gebruiken. Evenmin was het toegestaan het op enige manier te koken maar het alleen droog te roosteren (Exodus 12:8-9). Deuteronomium 16:2 refereert echter aan een offer "van schapen en runderen". Het Hebreeuwse woord voor "runderen" is bakar en wordt regelmatig gebruikt in het Oude Testament, maar alleen om rundvee of ossen aan te duiden. Het kan alleen wijzen op rundvlees - nietop lamsvlees. Als zodanig kan Deuteronomium 16:2 simpelweg niet verwijzen naar het offer van het Pascha lam.
Hoe moest het Pascha lam klaargemaakt worden? Het moest geroosterd worden. Let op het verslag in 2 Kronieken 35 dat vergelijkbaar is met Deuteronomium 16. Terwijl er een aantal van rond de 30.000 lammeren en jonge geiten als "Pascha offer" gegeven werd, gaf Josia ook 3.000 runderen (2 Kronieken 35:7). Wat werd met deze offers gedaan? Zij "braadden het Pascha aan het vuur zoals het behoort [Exodus 12], kookten de geheiligde stukken in potten, ketels en pannen" (vers 35, Leidsche vertaling).
Het is duidelijk dat Deuteronomium 16:2 de term "Pascha-offers" gebruikt om de offers te beschrijven die in de tempel gebracht werden aan het begin van de Dagen van Ongezuurde Broden - het "Pascha seizoen" in de breedste zin. Dus zijn de instructies van Deuteronomium 16 in overeenstemming met die van Exodus 12.
Een Nacht van Waken
In Exodus 12:42 worden wij bevolen een "nacht van waken" te houden voor de Eeuwige. Het Hebreeuwse woord vertaald met "waken" is shamarim, en wordt in het hele Oude Testament alleen in dit ene vers gebruikt. Het is de meervoudsvorm vanshamar, een woord dat regelmatig gebruikt wordt in het Oude Testament en meestal vertaald wordt met "in acht nemen" of "houden". De meervoudsvorm wordt in het Hebreeuws vaak gebruikt om de overtreffende trap te gebruiken (b.v. Heilige der Heiligen of Hooglied {Hebreeuws: Lied der Liederen}). Dit is een avond diespeciaal in acht genomen of gehouden moet worden. Zij vertegenwoordigt het begin van een van de meest dramatische gebeurtenissen in Gods verlossingsplan - de Uittocht.
In de nacht waarin de "verderver" door het land trok, werd de Israëlieten opgedragen in hun huizen te blijven tot de morgen (Exodus 12:22). Farao stond op in de nacht, na het middernachtelijk doden van de eerstgeborenen, en stuurde soldaten naar Mozes met de boodschap dat zij Egypte moesten verlaten. Mozes en Aäron berichtten de honderdduizenden Israëlitische families om zich te verzamelen. Tijdens dit gebeuren moesten zij de Egyptenaren beroven door giften van goud, zilver en juwelen aan te nemen, die hun Egyptische buren hen opdrongen. Terwijl zij zich voorbereidden voor het aanvangen van hun reis, zagen zij de Egyptenaren hun doden van de nacht ervoor begraven (Numeri 33:2-4). Ondanks dat het volk zich haastte kostte het een aantal uren om meer dan een miljoen mensen samen met hun runderen en schapen te verzamelen, en hun reis te beginnen op een goed georganiseerde manier (Exodus 13:18). Ze begonnen hun reis rond zonsondergang op 14 Abib, uit Egypte vertrekkend tijdens de nacht (Deuteronomium 16:1).
Let verder op hoe God, in Exodus 12, de betekenis van deze twee avonden: het Pascha en de Nacht van Waken, onderscheidde. Exodus 12:27 legt uit wat de Israëlieten hun kinderen moesten leren over de Pascha dienst: "Het is een Pascha offer voor de HERE, die in Egypte aan de huizen der Israëlieten voorbijging, toen Hij de Egyptenaren sloeg, maar onze huizen spaarde". Later, in Exodus 12:42, lezen wij over een andere nacht, met een andere betekenis. Die nacht is 15 Abib. De Schrift zegt er over: "Een nacht van waken was dit voor de HERE, om hen uit het land Egypte te leiden".
Het Pascha herdenkt het offeren van het "Lam van God" en onze verlossing van de dood door Gods genade. De Nacht van Waken viert het begin van onze eigen geestelijke "Uittocht" van de zonde! Op die avond begon het oude Israël haar reis uit Egypte "door een opgeheven hand" (Numeri 33:3). Dit was een opwindende en feestelijke gebeurtenis, welke God herinnerd wilde hebben voor alle generaties.
-
Wij komen samen tijdens de schemering, aan het begin van de veertiende dag van de eerste maand, om het offer van onze Verlosser te herdenken door deel te nemen aan de symbolen die Jezus Christus apart zette bij Zijn laatste Pascha maaltijd met Zijn discipelen.
-
Op de volgende avond komen wij samen voor een feestelijke maaltijd om het begin van onze reis te vieren. Wij waren niet "voorbijgegaan" om te blijven wonen in geestelijk Egypte, maar zodat wij vrij zouden zijn om onze Verlosser te volgen helemaal uit Egypte en door naar het Beloofde Land - de glorierijke vrijheid van het Koninkrijk van God.
-
Deze avond, die de Dagen van Ongezuurde Broden begint, dient een feestelijke en blijde avond te zijn. Vreugde en dankzegging aan God dienen het centrale thema van deze gebeurtenis te zijn. Wij vieren het begin van onze reis naar geestelijke vrijheid:
"Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn"(Johannes 8:36).