Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “Can You Sanctify the Pagan?” door Dexter Wakefield, verschenen in het Tomorrows World magazine van november-december 2023.

Het lijkt elk jaar weer te gebeuren als de winter voor de deur staat. Te midden van het intense aanbod van kerstcadeaus door detailhandelaren in november en december verschijnt er een ontnuchterend contrapunt. We zien namelijk artikelen in gedrukte media en online over de niet-christelijke oorsprong van veel aspecten van de kerstvieringen. De artikelen citeren vaak encyclopedieën en boeken die in detail de overgang beschrijven van de Romeinse heidense feestdag van de winterzonnewende, Saturnalia genaamd, en de geboorte van de zonnegod, Mithras genaamd, naar de vieringen van de kerk van Rome in de derde en vierde eeuw. Bedenk:

Kerstmis behoorde niet tot de vroegste feesten van de kerk.... Kerstgebruiken zijn een evolutie uit tijden van lang vóór de christelijke periode  – afkomstig van seizoensgebonden, heidense, religieuze en nationale gebruiken, omgeven door legende en traditie (Encyclopedia Britannica, 1959, vol. 5, “Christmas”, p. 642).

Verbiedt de Bijbel sommige van uw traditionele gebruiken? In de eerste eeuw hadden de Farizeeën tradities die in strijd waren met Gods geboden. Ze beweerden een onderbouwing te hebben voor hun dwalingen, en de theologen van vandaag beweren dat ook. De meeste belijdende christenen weten bijvoorbeeld dat het vieren van Kerstmis niet Bijbels is ̶  maar weet u hoe theologen dit proberen te rechtvaardigen?

VAN DE GOD VAN DE ZON NAAR DE ZOON VAN GOD?

Toen de Romeinse keizer Constantijn zijn rijk christelijk verklaarde, moest hij beginnen met het moeilijke proces om de heidenen aan te passen aan de gebruiken van de kerk van Rome. Hij deed dit door wat historici en theologen syncretisme noemen, het vermengen van verschillende religieuze praktijken.

De Romeinen vierden, net als veel andere heidense culturen, de viering van de winterzonnewende. Welk doel diende het? De bekende culturele antropologen Anne Baring en Jules Cashford merken op: “Over de hele wereld hebben mensen gedurende talloze millennia deelgenomen aan een religieus ritueel tijdens de winterzonnewende, wanneer de neerwaartse koers van de zon wordt onderbroken en zij, zo lijkt het, terugkeert naar de aarde. Deze verandering in de sombere midwinter van het jaar werd ervaren als de wedergeboorte van de zon en herdacht als de geboortedag van de zonnegod, het lichtgevende goddelijke kind” (The Myth of the Goddess, 1993, p. 561).

De meeste mensen die de Bijbel lezen weten dat Kerstmis geen Bijbelse viering is. Nergens in het Oude Testament of het Nieuwe Testament wordt ons opgedragen om de geboortedag van Christus in acht te nemen  ̶  in elk geval begrijpen de meeste mensen dat Hij niet in december geboren kan zijn. De herders zullen zich in die tijd van het jaar niet in het veld opgehouden hebben (Lukas 2:8) omdat hun schapen dan allang voor de wintermaanden in hun schaapskooien waren ondergebracht. Andere Bijbelse aanwijzingen duiden erop dat Christus hoogstwaarschijnlijk in de herfst is geboren.

Tegenwoordig is Kerstmis grotendeels een werelds winterfeest dat gedreven wordt door commerciële belangen. Als gevolg hiervan zeggen mensen graag: We moeten Christus terugbrengen in Kerstmis! Maar Hij was er nooit echt in, dus hoe rechtvaardigen theologen het om Hem daarin wel onder te brengen? Eén van de belangrijkste manieren is het idee van ‘wat heidens is heilig maken’.

Dus, kunnen heidense gebruiken ooit geheiligd worden voor de aanbidding van de almachtige God van de Bijbel? De kerken van de wereld zeggen van wel, maar God Zelf geeft een heel ander antwoord in Zijn woord.

ENKELE DUIDELIJKE VOORBEELDEN

The Story of Civilization is een elfdelige geschiedenis geschreven door de bekende historicus Will Durant en zijn vrouw Ariel. In deel III, getiteld Caesar and Christ, geeft hij een openhartige bespreking van de heidense invloed op de latere ontwikkeling van het ‘reguliere’ christendom en geeft hij enkele voorbeelden van heiliging van heidense praktijken in Rome. Hij schreef het volgende:

Het christendom vernietigde het heidendom niet; het nam het over.... [D]e Griekse mysteriën gingen over in het indrukwekkende mysterie van de mis. Andere heidense culturen droegen bij aan het syncretistische resultaat. Uit Egypte kwamen de ideeën van een goddelijke drie-eenheid, het Laatste Oordeel, en een persoonlijke onsterfelijkheid van beloning en straf; uit Egypte kwam de verering van de Moeder en het Kind.... Uit Frygië kwam de aanbidding van de Grote Moeder; uit Syrië het wederopstandingsdrama van Adonis.... Het ritueel van Mitra leek zo sterk op het eucharistisch offer van de mis dat christelijke vaders de duivel ervan beschuldigden deze gelijkenissen te hebben uitgevonden om zwakke geesten te misleiden. Het christendom [van Nicea] was de laatste grote schepping van de oude heidense wereld (1944, p. 595, nadruk toegevoegd).

Heidense tempels werden omgebouwd tot kerken – alleen al in Rome waren er minstens elf van zulke verbouwingen. Aan beelden van heidense goden werd de nieuwe bestemming gegeven om christelijke heiligen te vertegenwoordigen. In de kunst werd het aureool (of nimbus) dat afbeeldingen van heidense goden en keizers had gesierd, overgeheveld naar voorstellingen van Jezus en verschillende vermeende christenen. De zonnekalender en zijn feesten vervingen de Bijbelse kalender en zijn feesten. En de lijst gaat maar door.

Kardinaal John Henry Newman, een invloedrijke rooms-katholieke prelaat in de negentiende eeuw, rationaliseerde deze praktijk theologisch toen hij het volgende schreef:

Eusebius [een vroege kerkhistoricus] vertelt ons op verschillende manieren dat Constantijn teneinde de nieuwe religie bij de heidenen aan te bevelen de uiterlijke ornamenten erin overbracht waaraan zij gewend waren geweest in hun eigen…. Het gebruik van tempels, en deze gewijd aan bepaalde heiligen... feestdagen en seizoenen... het zich naar het Oosten keren, beelden op een latere datum... zijn allemaal van heidense oorsprong, en geheiligd door hun invoering in de Kerk (An Essay on the Development of Christian Doctrine, 1845, hoofdstuk 8:6, nadruk toegevoegd).

De twintigste-eeuwse katholieke theoloog Christopher Dawson typeerde een nog extremere benadering door te schrijven: “De volledige heiliging van wat heidens is is het eindresultaat van de kerstening van de wereld” (The Leavening Process in Christian Culture, 7 augustus 1955, nadruk toegevoegd).

Maar we moeten ons afvragen: Als het scenario van Dawson plaatsvindt, zal het heidendom dan werkelijk ‘gechristianiseerd’ worden, of zal het ‘christendom’ heidens gemaakt worden?

IS GOD VAN GEDACHTEN VERANDERD?

Sommige mensen nemen aan dat ze heidense gebruiken mogen gebruiken in hun aanbidding, zolang ze dat maar doen om God te eren. Maar is God van gedachten veranderd over deze kwestie? Hij heeft ons verteld: “Want Ík, de HEERE, ben niet veranderd (…)” (Maleachi 3:6) en “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8). Jezus citeerde de profeet Jesaja, die zei: “Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn” (Mattheüs 15:8-9). God is niet van gedachten veranderd over hoe Hij aanbeden moet worden, en Christus waarschuwt ons dat het mogelijk is om Hem tevergeefs te aanbidden.

God vertelt ons dat Hij heilig is en dat Hij Israël apart heeft gezet om Hem te aanbidden zonder heidense gebruiken (Leviticus 20:6). De apostel Petrus had dit in gedachten toen hij christenen eraan herinnerde: “Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig” (1 Petrus 1:15-16). Petrus citeerde uit Leviticus 20:7 toen hij dit schreef, eraan herinnerend dat het oude Israël soms heidense praktijken had opgenomen in de aanbidding van God, de Allerhoogste  – praktijken die waren overgenomen uit de aanbidding van heidense godheden zoals Baäl, Ashtoreth en Molech. God had dit verboden in het eerste gebod dat Hij op de berg Sinaï gaf: “Ik ben de HEERE uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben” (Exodus 20:2-3).

Het oude Israël vertoonde – net als veel mensen tegenwoordig – een neiging tot syncretisme, waarbij heidense religieuze vormen op hun aanbidding van de God van Abraham, Izak en Jakob werden afgestemd. Toch waarschuwde God Israël:

U moet al de plaatsen waar de volken van wie u het land in bezit neemt, hun goden gediend hebben, volledig vernielen, op de hoge bergen, op de heuvels en onder elke bladerrijke boom. Hun altaren moet u afbreken, hun gewijde stenen in stukken slaan, hun gewijde palen met vuur verbranden en de beelden van hun goden omhakken; en u moet hun naam uit die plaats doen verdwijnen. U mag tegenover de HEERE, uw God, niet doen zoals zij! (Deuteronomium 12:2-4).

Die waarschuwing is vandaag de dag op ons van toepassing. De elementen van het heidendom kunnen niet worden getransformeerd voor de aanbidding van de Allerhoogste.

Sommigen zeggen dat, aangezien onze cultuur zoveel gemeen heeft met de oude heidenen, we net zo goed die heidense verbindingen kunnen heiligen. Onze namen voor de dagen van de week zijn bijvoorbeeld over het algemeen van heidense oorsprong. De etymologie van woensdag komt bijvoorbeeld van de Teutoonse god Wodan en donderdag is vernoemd naar de Teutoonse god Thor. Daarom, zo redeneren sommigen, zou het heiligen van heidense praktijken voor de aanbidding van God geen probleem moeten zijn, want als het ene geen zonde is, dan is het andere dat ook niet.

Maar dat is een slechte redenering. Christenen en heidenen eten ook brood, drinken water, ademen lucht in, lachen en huilen. God heeft niet gezegd dat we helemaal niets mogen doen wat de heidenen doen. Zijn specifieke opdracht is dat we geen heidense goden mogen aanbidden, noch heidense aanbidding met de Zijne mogen vermengen!

God gaf ons een heel duidelijke instructie toen Hij deze woorden inspireerde:

Wanneer de HEERE, uw God, de volken waar u naartoe gaat om die uit hun bezit te verdrijven, van voor uw ogen uitroeit, en u hen verdreven hebt en in hun land bent gaan wonen, wees dan op uw hoede dat u niet, nadat zij van voor uw ogen weggevaagd zijn, in dezelfde valstrik komt, en dat u niet vraagt naar hun goden, door te zeggen: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, zo zal ik het ook doen. U mag ten aanzien van de HEERE, uw God, niet doen zoals zij! Want alles wat voor de HEERE een gruwel is, wat Hij haat, hebben zij voor hun goden gedaan. Zij hebben voor hun goden immers zelfs hun zonen en hun dochters met vuur verbrand (Deuteronomium 12:29-31).

Toen gaf Hij een expliciet voorschrift en verbod: “Dit alles wat ik u gebied, moet u nauwlettend in acht nemen. U mag er niets aan toevoegen en er ook niets van afdoen” (v. 32). God is hierover niet van gedachten veranderd, en het is niet iets dat we kunnen negeren!

TRADITIES VAN MENSEN OF GEBODEN VAN GOD

Velen begrijpen dat Kerstmis een van de vele feesten van het reguliere christendom is die vanuit heidense religieuze tradities werden ‘gechristianiseerd’. De religieuze leiders van Jezus’ tijd lieten hun eigen tradities vaak de overhand nemen over Gods duidelijke geboden, net zoals de religieuze leiders van vandaag dat vaak doen. Maar Jezus Christus had een vermaning voor hen – en voor ons.

Hij zei ronduit: “(…) Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan. Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn. Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. En Hij zei tegen hen: U stelt op een mooie manier Gods gebod terzijde om u aan uw overlevering te houden!” (Markus 7:6-9).

Zoals we gezien hebben, gingen de veranderingen die Constantijn en de Romeinse kerk in de tweede en derde eeuw doorvoerden veel verder dan “het wassen van kannen en bekers”. God maakt duidelijk dat de gebruiken en praktijken die geassocieerd worden met andere goden niet ingezet mogen worden bij Zijn aanbidding, en dat Hij deze niet accepteert.