Wat is de bron van Israëls veerkracht? En wat zeggen de profetieën over het heden van Israël – en zijn toekomst?
Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “Masada Shall Not Fall Again” door Gerald E. Weston, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van januari-februari 2024.
Toen Hamas-terroristen afgelopen oktober de staat Israël binnenvielen, kon ik niet anders dan nadenken over hoeveel daar onveranderd was gebleven sinds mijn vrouw en ik er 45 jaar eerder een bezoek hadden gebracht. En ik dacht aan Masada – het fort waar, volgens de oude historicus Josephus, bijna duizend Joodse patriotten stierven onder de Romeinse aanval in 73 n.Chr.
De Hamas-terroristen – die aanvielen terwijl velen in Israël Shemini Atzeret vierden, de jaarlijkse Heilige Dag die bekend staat als de Laatste Grote Dag – doodden burgers, onthoofden baby's en kinderen, verkrachtten vrouwen en namen gijzelaars om te gebruiken als onderhandelingstroeven en menselijke schilden. Ze gebruikten zelfs de mobiele telefoons van slachtoffers om executievideo's terug te sturen naar contacten en families. Een groot deel van de wereld was geschokt door zo’n barbaarsheid. Maar helaas hebben te veel mensen over de hele wereld ziekelijk en luguber gejuicht en geprotesteerd namens de terroristen, net zoals ze dat op 9/11 hadden gedaan.
De meeste waarnemers van tegenwoordig bekijken het terrorisme van Hamas en de Israëlische reactie in de context van het hier en nu. Ja, velen vragen zich af waar dit allemaal toe leidt, maar beseffen ze wel dat er iets groters aan de hand is? Realiseren zij zich dat Bijbelprofetieën vlak voor hun ogen in vervulling gaan? U die dit leest: begrijpt u wat er gebeurt en waar dit toe leidt? Lees verder als u het wilt weten.
De bijbelse profeet Zacharia schreef bijna 2500 jaar geleden over gebeurtenissen waarbij Juda (de Joden) en Jeruzalem betrokken waren. Deze profetieën, die gevonden in het twaalfde en veertiende hoofdstuk van zijn profetische relaas, zijn specifiek en gemakkelijk te begrijpen. Hun nauwkeurigheid getuigt van het feit dat alleen God hen heeft kunnen inspireren, en de details laten er geen twijfel over bestaan dat ze voor onze tijd bedoeld zijn – nu en de dagen die vlak voor ons liggen.
Israëls Alamo
Mijn vrouw en ik hadden in 1978 de gelegenheid om Israël te bezoeken, en een van de locaties op onze rondreis was Masada. Dit oude fort torent ongeveer 425 meter boven de Dode Zee uit, aan de rand van de woestijn van Judea. Het deed dienst als zomerpaleis voor Herodes, compleet met zwembad en sauna. Ondanks de ligging zou, naar verluidt, een ingenieuze reeks kanalen en reservoirs van één dag regen genoeg water kunnen opslaan om hiervan duizend bewoners ruim twee jaar lang te voorzien.
Hoe indrukwekkend Masada ooit ook was, wat het vandaag actueel maakt is de geschiedenis ervan in de eerste eeuw. Een ramp overkwam de Joden toen zij in 66 n.Chr. in opstand kwamen tegen hun Romeinse opperheren. Vier jaar later viel Jeruzalem, precies zoals Jezus had voorspeld (Mattheüs 24:1-2). De belegering van Jeruzalem was wreed – opnieuw zoals Jezus had voorspeld (Mattheüs 23:37-39) – en de Joodse historicus Flavius Josephus legde enkele van de details vast.
Fanatici gingen naar Masada om een laatste stelling in te nemen. De enige manier om de top van het plateau te bereiken was via een lang, kronkelend pad, dat gemakkelijk verdedigd kon worden. Men kan dit weloverwogen aangelegde pad vandaag de dag nog steeds zien, samen met de overblijfselen van acht kampen met stenen muren rondom het fort. Er was geen gemakkelijke manier om hen die dit uithielden en comfortabel bovenop het plateau zaten aan te vallen, maar de vastberaden Romeinen begonnen aan een ambitieus bouwproject. Ze bouwden een helling van aarde en grind tot aan de bovenkant van de westelijke kant, een door de tijd verweerd bouwwerk dat tot op de dag van vandaag nog bestaat.
Overtroffen in aantal door de vijand in de verhouding van 15 op 1, toen de Joden eenmaal beseften dat de dag van de ondergang aanstaande was, kozen ze ervoor om elkaar te doden (de Joodse wet verbiedt zelfmoord) en zo te voorkomen dat hun vrouwen mishandeld, hun kinderen tot slaaf gemaakt en de mannen in de strijd verslagen zouden worden. Josephus heeft op basis van de getuigenissen van de weinige vrouwen en kinderen die het overleefden vastgelegd wat er gebeurd is. Ook heeft hij de essentie weergegeven van een hartstochtelijke toespraak waarmee de leider van de enclave zijn landgenoten bemoedigde.
Laat onze vrouwen sterven voordat ze misbruikt worden, en onze kinderen voordat ze van de slavernij moeten proeven; en nadat we ze gedood hebben, laten we elkaar dat glorieuze voordeel wederzijds schenken, en onszelf in vrijheid behouden, als een uitmuntend grafmonument voor ons. Maar laten we eerst ons geld en het fort door vuur vernietigen; want ik ben er zeker van dat dit een grote tegenvaller voor de Romeinen zal zijn, dat zij niet in staat zullen zijn onze lichamen in beslag te nemen, en ook onze rijkdom niet zullen kunnen overnemen; en laten we niets anders sparen dan onze proviand; want wanneer we dood zijn, zal die een getuigenis zijn van het feit dat we niet onderworpen werden door gebrek aan levensbehoeften; maar dat we, overeenkomstig ons oorspronkelijke besluit, de dood boven de slavernij verkozen hebben (The Wars of the Jews, vertaald [in het Engels] door William Whiston, boek 7, hoofdstuk 8, sectie 6).
Masada is een monument en symbool voor Israël. Hedendaagse Israëlische soldaten zweren 'Masada zal niet opnieuw vallen' en maken nachtelijke pelgrimstochten naar de plek als onderdeel van hun inwijding in het leger.
Amerikaanse presidenten hebben consequent hun steun betuigd. Kort na de Hamas-aanvallen verklaarde president Biden op 10 oktober ronduit: “Laat er geen twijfel over bestaan: de Verenigde Staten staat achter Israël.” President George W. Bush had zelfs de Amerikaanse steun uitgesproken in termen waarbij hij Masada in herinnering riep; in een toespraak van mei 2008 tot de Israëlische Knesset riep hij uit: “Burgers van Israël: Masada zal nooit meer vallen, en Amerika zal aan uw zijde staan.”
Voor het geval u de volle betekenis hiervan zou missen, onze gids uit 1978 maakte het duidelijk: de hedendaagse Israëli’s zullen geen nederlaag accepteren zoals de fanatici van Masada dat bijna tweeduizend jaar geleden deden. Zij zijn vastberaden hun vijanden mee te nemen in hun ondergang. Weinig commentatoren durven te erkennen dat Israël over de wapens beschikt, nucleair en anderszins, om precies dat te doen. Nu de Israëli's dagelijks geconfronteerd worden met de bedreiging van hun voortbestaan door Iran, de Iraanse gevolmachtigden en andere Arabische en islamitische landen, zou niemand aan hun gedrevenheid om te overleven mogen twijfelen – Masada zal nooit meer vallen.
Profetieën voor vandaag
Een van de belangrijkste inzichten tijdens mijn bezoek aan de Israëlische staat was hoe klein deze is. Een moderne gevechtsvliegtuig kan in elf seconden van het door Arabieren gedomineerde gebied op de Westelijke Jordaanoever naar Tel Aviv vliegen. Wat zouden wij ervan vinden om doodsvijanden zo dicht bij ons te hebben wonen? En hoe sterk Israël ook is, hoe kan het zichzelf verdedigen tegen zo’n overweldigende overmacht? Hoe komt het dat het volk Israël zo lang heeft kunnen overleven? God geeft ons het antwoord op de bladzijden van Zijn woord, de Bijbel.
De staat Israël heeft drie grote oorlogen (1948, 1967 en 1974), twee intifada's (gewelddadige opstanden die respectievelijk zes en vijf jaar duurden), zelfmoordterroristen en raketaanvallen overleefd – en zit nu, na 75 jaar bestaan, vast in zijn vierde en gevaarlijkste oorlog. Elke keer, ongeacht hoeveel schade de Israëliërs lijden, eindigen degenen die tegen hen opkomen bebloed en verslagen. Dit is precies wat de profeet Zacharia voorspelde. Zacharia 12 begint met duidelijk te maken van wie er achter deze profetie zit – geen speels spook in de nacht of een kristallen bol, maar de Schepper van de hemelen en de aarde. "…De HEERE spreekt, Die de hemel uitspant, de aarde grondvest en de geest van de mens in zijn binnenste vormt" (vers 1).
Vervolgens lezen we een profetie die de afgelopen 75 jaar keer op keer vervuld werd: "Zie, Ik ga Jeruzalem maken tot een bedwelmende beker voor alle volken rondom, ja, ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Op die dag zal het gebeuren dat Ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor al de volken. Allen die hem optillen, zullen zichzelf zeker diepe sneden toebrengen, en al de volken van de aarde zullen zich tegen haar verzamelen" (vv. 2-3).
Zien we niet dat de landen die Israël en Jeruzalem tegenwoordig omringen, dronken van haat zijn? Kunnen we niet zien dat het probleem van Jeruzalem een heel zware steen is voor degenen die zich ervan willen ontdoen? En zien we niet dat iedereen die het probleem probeert op te lossen – “hem optillen” – in de pan gehakt wordt?
Denk eens na over wat deze passage ons nog meer zegt. Het feit dat de Joden de controle over Jeruzalem hebben, is geen onbeduidend punt. God gaf deze profetie 2.500 jaar geleden. Denk daar eens over na! Zou u voor elke stad, waar dan ook op aarde, een voorspelling willen doen over de omstandigheden waarmee ze zoveel jaren in de toekomst te maken zal krijgen? Bedenk dat de Romeinen de stad Jeruzalem in 70 n.Chr. verwoestten. Toen, in 135 n.Chr., trapten ze de Joden uit hun thuisland. Er was geen Joodse staat van 135 n.Chr. tot 1948. Deze profetie had gedurende geen van de tussenliggende 1.813 jaar in vervulling hebben kunnen gaan!
Dus zo staat de zaak ervoor: Joden in Jeruzalem, Jeruzalem een lastige steen, en iedereen die het probleem probeert op te lossen (die steen op te tillen) wordt bebloed (aan stukken gesneden). Bovendien zijn alle landen tegen haar verenigd. Jaar na jaar zijn er bij de Verenigde Naties meer resoluties waarin Israël veroordeeld wordt dan er veroordelingen zijn voor alle andere landen samen – in 2022 keurde de Algemene Vergadering er vijftien goed tegen Israël en dertien tegen alle andere landen. Is dit allemaal louter toeval? Hoe zou iemand 2.500 jaar van tevoren de huidige stand van zaken hebben kunnen voorspeld voor dat kleine stukje grondgebied aan de oostkant van de Middellandse Zee?
Zacharia beschrijft vervolgens het lot van de naties die tegen de Joden opkomen. "Op die dag zal Ik de leiders van Juda maken als een vuurbekken in een stapel hout en als een brandende fakkel in een graanschoof. Rechts en links zullen zij al de volken rondom verteren en Jeruzalem zal nog op zijn plaats blijven, in Jeruzalem" (12:6).
Dat klinkt zeker als onze huidige tijd, maar hoe kunnen we weten dat deze profetieën niet al lang geleden vervuld werden? Hoe kunnen we weten dat ze bedoeld zijn voor onze tijd en de nabije toekomst? Zoals hierboven uiteengezet weten we dat de Joden Jeruzalem van 135 n.Chr. tot 1948 niet onder controle hadden, en dat zij niet heel Jeruzalem onder controle hadden tot aan de Zesdaagse Oorlog in juni 1967.
En er is meer. De profetieën van Zacharia 12 gaan door en leiden naar de laatste strijd om Jeruzalem. De verzen die we hebben gelezen voorspellen wat er in de geschiedenis van Israël vanaf 1948 is gebeurd, maar het laatste deel van het hoofdstuk spreekt over een heel specifieke tijd – een tijd waarin de Messias direct zal ingrijpen, en op zo'n manier dat de Joden zullen begrijpen dat Jezus Christus werkelijk de Zoon van God is.
Op die dag zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschermen. Wie onder hen wankelt, zal op die dag als David zijn, en het huis van David zal zijn als goden, als de Engel van de HEERE voor hun ogen. Op die dag zal het gebeuren dat Ik alle heidenvolken die tegen Jeruzalem oprukken, zal willen wegvagen. Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene (12:8-10).
Dit is een profetie over Christus die voor Juda en Jeruzalem tussenbeide komt, maar die ook een profetie omvat die Zijn eerste komst voorspelde – "Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben" – en daarmee de wijze waarop Hij voor ons zou sterven aangaf.
De dag van de HEERE
Hoofdstuk 14 van Zacharia overlapt gedeeltelijk hoofdstuk 12, maar richt zich volledig op de crisis in de eindtijd – bij de terugkomst van Christus. Het eerste vers geeft ons de tijd waarin dit zich afspeelt als "dag voor de HEERE". Dit is een tijd die in meer dan dertig profetieën beschreven wordt en naar de tijd van het einde verwijst. Hier zien we opnieuw een irrationele haat tegen de Joden, en hun vijanden die zich tegen hen opstellen. "Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad" (14:2).
Net zoals op 7 oktober 2023 gebeurde, maar op veel grotere schaal, zullen vrouwen worden verkracht en huizen worden geplunderd – en deze keer zal de helft van Jeruzalem gegijzeld worden. Maar dit zal meer omvatten dan slechts een paar terroristische groeperingen. Alle volken zullen een laatste poging doen om de zware steen weg te tillen. Openbaring 11:2 informeert ons dat wanneer Jeruzalem omvergeworpen wordt, het voor drie en een half jaar lang onder de voet gelopen zal worden.
Door de tijd waarop Zacharia doelt te vergelijken met de gebeurtenissen die in Openbaring beschreven worden, wordt het duidelijk dat deze verzen de tijd voorspellen waarop Christus zal terugkeren en een einde aan de waanzin zal maken. "Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd" (Zacharia 14:3). De gebeurtenissen die in vers 4 beschreven worden, sluiten uit dat dit een gebeurtenis uit het verleden is. Het ligt nog in onze toekomst: "Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden."
Ja, Christus zal ingrijpen en een einde maken aan deze zinloze slachting onder de Joden. Hij zal ook een einde maken aan oorlog en vernietiging over de hele wereld. "De HEERE zal Koning worden over heel de aarde..." (v. 9). Valse religies van welke aard dan ook – de islam, het boeddhisme, het taoïsme en ja, het ‘verheidenste christendom’ – zullen de proef niet langer kunnen doorstaan. Veel profetieën beschrijven deze tijd na de tweede komst van Christus, wanneer Jeruzalem “‘de stad van de waarheid’” genoemd zal worden (Zacharia 8:3).
Maar helaas is die dag er nog niet. Hoe deze huidige oorlog zal verlopen, valt nog te bezien. We weten dat het niet de laatste strijd is die de wederkomst van Christus zal bewerkstelligen, aangezien andere geprofeteerde gebeurtenissen eerst moeten plaatsvinden, volgens de Bijbel. Er is echter nog een andere profetie over Juda – de Joodse staat genaamd Israël – en deze heeft onheilspellende consequenties. Noch de volkeren van Britse afkomst (Efraïm), noch hun bondgenoten, Amerika (Manasse) en Juda (de Joden), hebben hun Schepper gehoorzaamd. Hoewel Gods woord, door dit werk verkondigd, hen gewaarschuwd heeft, weigeren ze zich te bekeren en geven er de voorkeur aan om volgens menselijke voorschriften te leven (Hosea 5:9-12). En het eindresultaat? "Toen Efraïm zijn ziekte zag en Juda zijn gezwel, ging Efraïm naar Assyrië en stuurde hij boden naar koning Jareb. Maar die zal u niet kunnen genezen, en van u het gezwel niet wegnemen" (v. 13).
Er was een vroegere vervulling van Hosea’s profetie – en, zoals zo vaak het geval is, zal er een vervulling in de laatste dagen zijn. Op een bepaald moment in de niet al te verre toekomst, en het zou tijdens deze oorlog kunnen gebeuren, zal Juda een rampzalige klap krijgen – een wond die erger is dan alles wat tot nu toe gezien werd. Wat dat precies zal zijn valt nog te bezien, maar zelfs nadat Christus terugkomt zullen de Joden nog steeds over een capabele strijdmacht beschikken (Zacharia 14:14).
Duizend jaar vóór Zacharia heeft Mozes een profetie opgetekend waar de vijanden van Juda goed aan zouden doen naar te luisteren. Aan het einde van zijn leven bracht Jakob, wiens naam veranderd was in Israël, zijn twaalf zonen bij elkaar en vertelde hun wat er aan het einde van de tijd met hen zou gebeuren. "… Verzamel jullie", zei hij, "dan maak ik jullie bekend wat jullie in later tijd [letterlijk: ‘aan het einde van de dagen’] overkomen zal. Kom bijeen en luister, zonen van Jakob, luister naar Israël, jullie vader." (Genesis 49:1-2).
Juda was een van Jakobs twaalf zonen. Wij kennen de nakomelingen van Juda als de Joden. Er wordt ons niet alleen verteld dat de scepter – of de heerser – van hem zou komen (v.10), maar er wordt ons ook verteld dat Juda als een woeste leeuw tegen zijn vijanden zou zijn. "Juda, jij bent het, jou zullen je broers loven! Je hand zal rusten op de nek van je vijanden; voor jou zullen de zonen van je vader zich neerbuigen. Juda is een leeuwenwelp; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan?" (49:8–9). Is dat niet wat we de afgelopen 75 jaar gezien hebben? Iran, dat duidelijk achter Hamas staat, heeft een slapende leeuw wakker gemaakt.
Maar zoals we ook in deze profetieën over Juda en Jeruzalem gezien hebben, zal het in de toekomst een moeilijke tijd worden, en zal God uiteindelijk toestaan dat Jeruzalem onder de voet gelopen wordt. Alleen dan zal de Messias terugkeren om Juda en de hele wereld te redden van de problemen die de mensheid zelf heeft veroorzaakt. Nadat Christus terugkeert, zullen mensen over de hele aarde gaan begrijpen wie de God van Israël is – en dat Zijn weg de enige weg naar vrede, voorspoed en harmonie is.
Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. (Jesaja 2:2-4)
We citeren vaak deze woorden van God van de profeet Jesaja: "Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders. Ik ben God, en er is er geen als Ik, Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen;" (Jesaja 46: 9–10).
Op het moment dat dit geschreven wordt, valt nog te bezien wat de toekomst biedt voor dit conflict tussen Israël en zijn vijanden. Zullen de zaken uiteindelijk een tijdje tot rust komen voordat de volgende grote aanvallen plaatsvinden? Zullen andere landen de wapens opnemen tegen Israël? Zal Israël deze tijd gebruiken om de nucleaire ontwikkelingsfaciliteiten van Iran te vernietigen, zodat die natie 'de bom niet ter beschikking krijgt'? Dit weten wij niet. Maar we weten uit de Bijbel wat de uiteindelijke uitkomst zal zijn.
Één ding is zeker: aan het einde van dit huidige tijdperk, wanneer de Joden geconfronteerd worden met een ongekende barrage van vijandelijke legers die op hun vernietiging uit zijn, zal Masada niet opnieuw gebeuren – niet vanwege Juda's meest fervente inspanningen, maar omdat ‘Hij die zij doorstoken hebben’ tussenbeide zal komen om Zijn wil te doen.